De spaartaks is een ander woord voor de vermogensrendementsheffing: de belasting die je betaalt als je vermogen in box 3 boven het heffingsvrije vermogen komt. De laatste jaren is er nogal wat discussie ontstaan over de spaartaks. Ontdek hier wat de actuele stand van zaken is in 2024 en 2025.
Home › Box 3 belasting › Spaartaks
De spaartaks is een synoniem voor de ‘vermogensrendementsheffing‘ die je betaalt in box 3.
In 2024 en 2025 betaal je vermogensrendementsheffing over een fictief rendement. Het fictieve rendement op spaargeld is voor beide jaren voorlopig vastgesteld op 1,03%.
In 2024 en 2025 is de spaartaks 36%. Over 1,03% van je spaargeld boven de heffingsvrije grens, ga je dus 36% vermogensrendementheffing betalen.
Op deze pagina vind je een beknopt overzicht van de wijzigingen in de spaartaks voor fiscaal jaar 2024 en 2025. Lees op onze pagina over de wijzigingen in box 3 die de Belastingdienst doorgevoerd heeft.
De spaartaks heet officieel de vermogensrendementsheffing. Dit is de heffing van de Belastingdienst op vermogen dat in box 3 van de belastingopgave valt. Denk aan geld op bankrekeningen, maar ook bijvoorbeeld aan de waarde van een tweede huis.
Van de bezittingen in box 3 mag je schulden aftrekken. Dit verlaagt ook je gemiddelde rendement. Sommige leningen of een hypotheek over een tweede huis, bijvoorbeeld. Hierna trek je de vrijstelling af van dit bedrag. Dan blijf je over met de grondslag sparen en beleggen.
De Belastingdienst neemt vervolgens aan dat je een bepaald fictief rendement behaalt over deze grondslag. Na het berekenen van het rendement, betaal je hierover een vast belastingtarief. Dit is de uiteindelijke vermogensrendementsheffing, of spaarbelasting die je dient te betalen.
In de onderstaande artikelen leggen we overigens alle bovenstaande begrippen uitgebreid uit!
De spaartaks met fictieve rendementen is binnenkort verleden tijd. Althans, op z’n vroegst vanaf 2027. Het kabinet wil af van de forfaitaire heffingen en het daadwerkelijk behaalde rendement gaan belasten. Dit kost tijd, en tot er een plan klaarligt en alle partijen klaar zijn voor de switch, zitten we in een overbruggingsfase.
Voor 2023 wordt de vrijstelling voor de ‘spaartaks’ aangepast aan de inflatie. Bij de nieuwe spaartaks is de grens voor het heffingsvrij vermogen verhoogd van € 50.650 (of € 101.300 voor fiscale partners) naar € 57.000 (of € 114.000 voor fiscale partners). Tot dit bedrag is vermogen vrijgesteld van de spaartaks. Als je vermogen hierboven valt, mag je de vrijstelling er volledig vanaf trekken. Naar verwachting wordt de vrijstelling box 3 in fiscaal jaar 2024 niet aangepast.
Naast het hogere heffingsvrije vermogen, wat spaarders en beleggers ten goede komt, voert de Belastingdienst ook een wijziging door aan de belastingvoet die geheven wordt over het aangenomen totale rendement. Was dit in 2022 nog 31%, stijgt dit voor fiscaal jaar 2023 naar 32%.
In 2024 blijft de algemene vrijstelling hetzelfde. Het fictieve rendement op beleggingen gaat omlaag: van 6,17% naar 6,04%. Ook is het waarschijnlijk dat het aangenomen rendement op spaargeld omhooggaat: immers zijn de spaarrentes ook flink gestegen in de afgelopen periode. Het fictieve rendement is voorlopig vastgesteld op 1,03%.
De grootste wijziging die reeds bekend is: de belastingvoet gaat flink omhoog. Van 32% in 2023 naar 36% in 2024.
In 2025 gaat de vrijstelling omhoog naar € 57.685 (of € 115.368 als fiscale partners). Het fictieve rendement op spaargeld blijft voorlopig gelijk: 1,03%. Het fictieve rendement op beleggingen gaat verder omlaag, van 6,04% naar 5,88% in 2025.
Waar eerder nog gesproken werd over een verlaging van de spaartaks, blijft deze in 2025 toch gelijk vanwege tegenvallende overheidsinkomsten. De spaartaks in 2025 blijft dus 36%.
Wat is een spaar BV? Een Spaar BV is een besloten vennootschap opgericht om ‘overtollig vermogen’ te stallen. Zo voorkom je dat het spaargeld belast wordt in box 3. Na het oprichten van de BV (met behulp van een notaris), kun je spaargeld inruilen voor aandelen in de BV. Dit geef je op in box 2, maar is vrijgesteld van belasting.
Het voeren van een BV brengt kosten met zich mee. Ook komt administratieve rompslomp kijken bij het oprichten van een BV. Deze optie is dus over het algemeen alleen aantrekkelijk voor zeer vermogende Nederlanders.
In 2027 zal er (op z'n vroegst) naar verwachting een nieuw systeem ingaan. Hoe de belasting op daadwerkelijk behaald rendement eruit moet gaan zien, blijft nog onduidelijk. Ook vereist dit vergaande samenwerking tussen de Belastingdienst en verschillende andere partijen, zoals banken en brokers.
Tot die tijd blijf je dus spaartaks betalen over een fictief rendement. Is je daadwerkelijke rendement lager dan het fictieve rendement? Dan kun je vanaf de zomer van 2025 (met terugwerkende kracht) gebruik maken van het formulier "Opgaaf wettelijk rendement".