Het Nederlandse belastingstelsel heeft drie boxen. In box 3 valt je vermogen: je spaargeld, beleggingen en andere vormen van investeringen en bepaalde schulden. Op deze pagina lees je wanneer je vermogen in box 3 wordt belast en hoeveel belasting je dan moet betalen.
Home › Box 3 belasting
Box 3 is een categorie binnen het Nederlandse belastingstelsel die betrekking heeft op vermogen. Hier vallen je spaargeld, beleggingen en andere vermogensbestanddelen onder. In tegenstelling tot box 1 (inkomen uit werk en woning) en box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang), belast box 3 niet het daadwerkelijke rendement maar een verondersteld rendement over het vermogen.
Box 3 is de laatste jaren vaak onderwerp van discussie vanwege de fictieve berekening van rendement, die niet altijd aansluit bij de werkelijke opbrengsten voor belastingbetalers.
Je betaalt vermogensrendementheffing (vermogensbelasting) in box 3 als je spaargeld boven de heffingsvrije grens uitkomt. In 2024 ligt die vrijstelling op € 57.684 of € 115.368 voor fiscale partners. Tot dit bedrag kun je dus belastingvrij sparen en/of beleggen. Is je vermogen in box 3 hoger (na aftrek van bepaalde schulden)? Dan ga je belasting betalen.
Hoeveel belasting je betaalt, is afhankelijk van het fictieve rendement op spaargeld en beleggingen die jaarlijks worden vastgesteld. Ook kan het tarief vermogensrendementheffing jaarlijks aangepast worden. In onderstaande tabel zie je de ontwikkeling van de fictieve rendementen en vermogensrendementheffingen tot en met 2025:
2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|
Spaargeld | 0,92% | 1,03% (voorlopig) | 1,44% (voorlopig) |
Beleggingen/vastgoed | 6,17% | 6,04% | 5,88% |
Schulden | 2,46% | 2,47% | 2,62% |
Vermogensbelasting | 32% | 36% | 36% |
Het oude systeem van de spaartaks werd door veel experts en Nederlanders als bijzonder oneerlijk gezien voor spaarders. De voornaamste reden? De Belastingdienst ging ervan uit dat alle meer vermogende spaarders ook belegden en hier een rendement van meer dan 5% op haalden. Ook als ze dit niet deden.
Vanaf fiscaal jaar 2023, waarover je in 2024 aangifte deed, is het overbruggingsstelsel officieel en uitsluitend van toepassing en vervalt het oude stelsel. Vanaf dit moment wordt er gekeken naar welk deel van je vermogen daadwerkelijk in beleggingen zit en welk deel spaargeld is. Beide worden vervolgens belast volgens verschillende fictieve rendementen.
In 2025 wordt de box 3-belasting ook nog steeds berekend op basis van fictieve rendementen. Dat blijft in ieder geval tot 2027 zo. In 2025 kun je wel gebruik maken van het formulier Opgaaf Wettelijk Rendement waarmee je belasting terug kunt krijgen als je daadwerkelijke rendement lager was dan de fictieve rendementen waarover je belasting hebt betaald.
In box 3 wordt spaargeld belast boven de vrijstellingsdrempel die we al eerder noemden in dit artikel. De Belastingdienst gaat uit van een verondersteld rendement op spaargeld, wat in 2025 wordt verhoogd naar 1,44% (voorlopig). Of je nu meer of minder rente hebt ontvangen op je spaargeld dan deze vastgestelde rendementen: dat maakt niet uit. Iedereen betaalt evenveel belasting als je meer spaargeld (en beleggingen hebt) dan de heffingsvrije grens.
Nieuw is dat je in 2025 wel bezwaar kunt maken als je daadwerkelijke rendement lager is dan de fictieve rendementen.
Beleggingen, zoals aandelen, ETF's en obligaties, vallen ook onder box 3 en worden, net als spaargeld, belast boven het heffingsvrije vermogen. Het fictieve rendement op beleggingen is doorgaans hoger dan dat op spaargeld, met een verondersteld rendement dat in 2024 is vastgesteld op 5,88%.
Ook hier geldt: of je nu meer of minder rendement hebt gemaakt, iedereen betaalt hetzelfde percentage belasting over hetzelfde fictieve rendement. Alleen als je rendement lager is dan het vastgestelde fictieve rendement, kun je bezwaar maken en te veel betaalde belasting terugkrijgen.
Een tweede woning, zoals een vakantiehuis of een verhuurpand, valt onder box 3 en wordt gezien als vermogen. De belastinggrondslag voor een tweede woning wordt berekend op basis van de WOZ-waarde (Waarde Onroerende Zaken) en een verondersteld rendement van 5,88% in 2025.
Je daadwerkelijke rendement (in de vorm van huuropbrengst) hoef je niet op te geven. Ook bij tweede woningen geldt het heffingsvrije vermogen van €57.684 per persoon, maar de hoge veronderstelde rendementen in box 3 maken het vaak duur om een tweede woning in bezit te hebben.
Bepaalde schulden in box 3, zoals een een lening voor een auto, een negatief saldo op een bankrekening of een lening voor een tweede woning, mogen onder voorwaarden worden afgetrokken van het belastbare vermogen. Voor 2025 geldt een schuldendrempel van € 3800 voor alleenstaanden en € 7600 voor fiscale partners. Alleen schulden boven deze grens kunnen worden afgetrokken. Dit houdt in dat kleinere schulden niet in aanmerking komen voor aftrek.
Er wordt in 2025 gerekend met een fictief rendementspercentage van 2,62% op schulden.
Box 3 kent een heffingsvrije drempel waarmee een bepaald deel van het vermogen vrijgesteld is van belasting. In 2024 bedraagt deze drempel € 57.684 of € 115.368 voor fiscale partners. Dit vrijgestelde bedrag vermindert de belastingdruk aanzienlijk, omdat alleen het vermogen boven deze grens wordt belast. Naast deze basisvrijstelling zijn er specifieke vrijstellingen voor bijvoorbeeld groen beleggen en groen sparen, wat extra belastingvoordeel kan opleveren.
De grondslag sparen en beleggen is het nettovermogen dat na aftrek van schulden en vrijstellingen belast wordt in box 3. Dit bedrag wordt berekend door het totaal van alle vermogensbestanddelen (spaargeld, beleggingen, tweede woningen) op te tellen en vervolgens de vrijstellingen en aftrekbare schulden daarvan af te trekken. Het resultaat vormt de belastbare grondslag. Voor 2025 wordt hier een belastingtarief van 36% op toegepast.
Of je nu 1% rente of 3% rente op je spaargeld ontvangt: iedereen betaalt uiteindelijk hetzelfde percentage vermogensbelasting, als je boven de heffingsvrije grens uitkomt. Des te interessanter dus om op zoek te gaan naar spaarrekeningen waar je de hoogste spaarrente ontvangt!
Via Raisin spaar je bij meer dan 40 banken in Europa. Je profiteert hier van veel hogere rentes dan bij de Nederlandse grootbanken en kunt tot wel 3,40% per jaar ontvangen.
Kies voor een vrij opneembare spaarrekening waar je je geld op elk gewenst moment van af kan halen, of zet je spaargeld voor langere tijd vast op een depositorekening. Je weet dan precies hoeveel rente je aan het einde van de looptijd ontvangt op je spaargeld!