De nieuwe spaarvariant in Box 3
Het Box 3-stelsel vanaf 2022 t/m 2026
Home › Box 3 belasting › Wijzigingen box 3
In Nederland betaal je vermogensrendementsheffing over je bezittingen. Het kabinet heeft afgelopen Prinsjesdag (20 september 2022) definitieve plannen voorgesteld voor de vermogensrendementsheffing tot 2026.
Ook voor fiscaal jaar 2022 wordt het nieuwe overgangsstelsel toegepast. Van de oude of de nieuwe berekening wordt de meest voordelige variant toegepast.
Hoe werkt het overgangsstelsel, wat is het verschil tussen het oude en het nieuwe stelsel, waarom hebben we überhaupt een overgangsstelsel en hoe pakt dit uit voor spaarders en beleggers?
- Het nieuwe Box 3-stelsel pakt zeer voordelig uit voor spaarders, vooral voor spaarders met veel vermogen. Beleggers gaan soms meer betalen, maar pas vanaf 2023 (de laagste berekening geldt)
- In fiscaal jaar 2022 gaat de vrijstellingsgrens een klein beetje omhoog, van € 50.000 naar € 50.650 (per fiscale partner)
- De belasting op het forfaitaire rendement blijft in 2022 nog 31%, hierna gaat het stapsgewijs omhoog naar 34%
- Het aangenomen rendement op spaargeld bedraagt ook in fiscaal jaar 2022 0,01% (nieuwe berekening); het aangenomen rendement op beleggingen gaat omlaag, naar 5,53% (2021: 5,69%)
In dit artikel bekijken we de nieuwe box 3 heffing in 2022 in detail. Met onze rekenvoorbeelden zie je direct hoeveel je er persoonlijk op vooruit zult gaan met de veranderingen in Box 3. Eerst schetsen we kort de beginselen van de Nederlandse vermogensrendementsheffing.
Pagina-overzicht
- Update juni 2023: het overbruggingsstelsel
- Het nieuwe Box 3-stelsel – de spaarvariant uitgelegd
- Rekenvoorbeeld Box 3-heffing (spaarvariant vs. oud stelsel)
- Vermogensrendementsheffing in 2022/2023 – fictief rendement, geen fictieve verdeling?
- Vermogensrendementsheffing – waarom een nieuw stelsel?
- Prinsjesdag 2022 – overzicht concrete veranderingen Box 3
- Update juni 2023: het overbruggingsstelsel
- Het nieuwe Box 3-stelsel – de spaarvariant uitgelegd
- Rekenvoorbeeld Box 3-heffing (spaarvariant vs. oud stelsel)
- Vermogensrendementsheffing in 2022/2023 – fictief rendement, geen fictieve verdeling?
- Vermogensrendementsheffing – waarom een nieuw stelsel?
- Prinsjesdag 2022 – overzicht concrete veranderingen Box 3
p.j.

p.j.

p.j.

Update juni 2023: het overbruggingsstelsel
Het was al bekend dat het fictief rendement binnenkort verleden tijd is. Toch duurt het nog even voordat er een systeem is om daadwerkelijk behaald rendement te belasten. Onlangs werd bekend dat de overbruggingsregeling – fictief rendement, daadwerkelijke verdeling sparen en ander vermogen – nog tot 2026 zal blijven.
Wat dit overbruggingsstelsel inhoudt lees je een stukje verder op deze pagina. Waarschijnlijk kom je er als meer of minder vermogende spaarder achter dat het nieuwe stelsel zeer voordelig voor je uitpakt. Daarom wijzen we je er deze maand graag op dat je je aangifte voor fiscaal jaar 2021 nog altijd online aan kunt passen.
Wat houdt deze aanpassing in? In plaats van een verzamelvermogen, geef je jouw spaartegoeden en overige bezittingen in Box 3 apart op. In de nieuwe spaarvariant bepaalt de Belastingdienst jouw vermogensrendementsheffing namelijk op basis van de daadwerkelijke verdeling tussen deze twee vermogenssoorten.
Raisin heeft berekend dat, op een spaarvermogen van € 200.000 zonder beleggingen, dit al snel meer dan € 1500 kan schelen. Lees hierover meer op deze website van de Belastingdienst.
Het nieuwe Box 3-stelsel – de spaarvariant uitgelegd
Het nieuwe Box 3-stelsel (overgangsstelsel t/m 2026) maakt gebruik van drie getallen om tot de uiteindelijke berekening van de belasting te komen.
Allereerst wordt het gemiddelde rendement op het geld berekend, aan de hand van het beleggingsdeel, spaardeel en de schulden. Hierbij draait het dus niet meer om een aangenomen beleggings- en spaardeel, maar om hoeveel geld een belastingplichtige daadwerkelijk in beleggingen (en ander vermogen) en spaargeld heeft staan.
Dit gemiddelde rendement op het vermogen wordt vermenigvuldigd met de grondslag sparen en beleggen om tot het belastbare rendement op vermogen te komen. Dit belastbare rendement op vermogen wordt vervolgens vermenigvuldigd met het belastingtarief (in 2022: 31%) om te komen tot de uiteindelijke belasting.
Uit de berekeningen hieronder wordt duidelijk hoe positief de nieuwe heffing uitpakt voor iemand die vooral spaargeld heeft. Voor beleggers zonder spaargeld die boven de vrijstellingsgrens uitkomen, pakt het nieuwe stelsel minder positief uit. En dat is precies wat het kabinet ook wilde bereiken.
Rekenvoorbeeld Box 3-heffing
(spaarvariant vs. oud stelsel)
Laten we het bovenstaande verhelderen aan de hand van een rekenvoorbeeld. We nemen het voorbeeld van Anja, die € 200.000 aan spaargeld heeft en € 10.000 aan beleggingen. Anja heeft ook € 10.000 aan schulden. Met de spaarvariant berekenen we de Box 3-heffing als volgt:
Berekening nieuw Box 3-stelsel (spaarvariant; fisc. jaar 2022)
Gemiddeld rendement = ((€ 200.000 * 0,01% [spaargeld]) + (€ 10.000 * 5,53% [beleggingen]) + ((€ 10.000 – € 3200) * –2,46% [schulden boven de drempel]) / ((€ 200.000 – (€ 10.000 – € 3200)) ≈ 0,19%
Grondslag sparen en beleggen = € 200.000 – € 50.650 – (€ 10.000 – € 3.200 [schulden boven de drempel]) = € 142.550
Behaald rendement = € 152.550 * 0,19% ≈ € 289
Belasting = € 256 * 31% ≈ € 90
Onder het oude stelsel zou Anja een stuk meer belasting betalen. Waarom? Omdat de Belastingdienst ervan uit ging dat Anja een groot deel van haar vermogen in beleggingen heeft zitten.
Deze fictieve verdeling is afgeschaft, en nu kijkt de Belastingdienst dus alleen naar het daadwerkelijke spaar-, beleggings- en schulddeel. Anja profiteert voor fiscaal jaar 2022 van de meest voordelige berekening, dus in dit geval van het nieuwe stelsel.
Berekening oude Box 3-stelsel (fisc. jaar 2022)
Grondslag sparen en beleggen = € 210.000 – € 50.650 – (€ 10.000 – € 3200 [schulden boven de drempel]) = € 152.550
Aangenomen spaardeel (schijf 1 + 2) = € 55.335
Aangenomen beleggingsdeel (schijf 1 + 2) = € 97.216
Behaald rendement sparen + beleggen = (€ 55.335 * –0,01) + (€ 97.216 * 5,53%) = € 5376
Belasting = € 5376 * 31% = € 1664
Vermogensrendementsheffing in 2022/2023 –
fictief rendement, geen fictieve verdeling?
Nederland kent nog altijd een eenvoudig systeem bij het bepalen van de belasting op vermogen. De Belastingdienst is niet geïnteresseerd in je daadwerkelijke rendement (winst). In plaats daarvan wordt een fictief rendement aangenomen. Dit wordt ook wel een forfaitaire berekening genoemd.
Het fictief rendement bestaat uit drie componenten. Aan de ene kant staan spaargeld en beleggingen (waaronder ook vastgoed). Het ‘negatieve rendement’ op schulden wordt hierop in mindering gebracht.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat je op spaargeld een zeer laag rendement haalt van 0,01%. Dit is ook de marktsituatie in Nederland. Over je beleggingen behaal je gemiddeld een hoger rendement, van 5,53%.
In het oude stelsel werd nog gebruik gemaakt van een fictieve verdeling van vermogen. Dit is nu niet meer zo. Tot 2026 blijft het fictieve rendement bestaan; de fictieve verdeling is wel verleden tijd.
Vermogensrendementsheffing – waarom een nieuw stelsel?
Tot de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 gold voor Box 3 een schijvensysteem, vergelijkbaar met Box 1. De opbouw was weliswaar anders, maar in de praktijk betaalden belastingplichtingen in iedere schijf een hoger percentage, en net zoals in Box 1 vielen mensen met meer vermogen in hogere schijven.
Dit stelsel was té oneerlijk voor mensen die alleen maar spaarden. De Belastingdienst nam aan dat ook zij belegden en rendement behaalden, terwijl deze conservatievere spaarders juist moesten inleveren op hun spaarrekeningen en in de werkelijkheid helemaal geen rendement behaalden.
Vanaf 2026 moet er een plan op tafel liggen om het daadwerkelijke rendement te belasten. Tot het zover is, hanteert de Belastingdienst dus het overgangsstelsel dat we bovenaan deze pagina uitgelegd hebben.

Inkomstenbelasting betaal je over je inkomen. Je vermogensheffing in Box 3 staat los van het rendement dat je behaalt. Een eenvoudige regeling, die vooral voordelig is voor slimme spaarders en beleggers. Lees alles over het fictieve (forfaitaire) rendement bij het berekenen van de vermogensheffing.
Lees meer
Een tweede woning wordt gezien als een bezit dat je in Box 3 van je belastingaangifte op moet geven. Vakantiewoningen zijn vrijgesteld. Ook kun je een hypotheek of andere lening voor een tweede woning aftrekken. Vaak gaat een tweede woning je alsnog geld kosten – ieder jaar weer. Waarom?
Lees meer
Je betaalt ieder jaar spaartaks. Maar profiteert ook ieder jaar van verschillende vrijstellingen. De algemene vrijstelling geldt voor alle Nederlanders. Daarnaast hoef je verschillende bezittingen niet op te geven. Lees alles over de vrijstellingen in Box 3.
Lees meerPrinsjesdag 2022 – overzicht concrete veranderingen Box 3
- Het heffingsvrij vermogen gaat omhoog, naar verwachting naar € 57.000 per fiscale partner in 2023
- Het belastingtarief op rendement uit vermogen gaat stapsgewijs omhoog, in 2023 naar 32%, in 2024 naar 33%, en in 2025 dan uiteindelijk naar 34%
- Spaarders die geen bezwaar hebben gemaakt krijgen geen compensatie over 2017-2020. De belangrijkste reden is dat teveel geld terecht zou komen bij mensen met een hoog vermogen
- Met deze wijzigingen wil het kabinet dat inkomen uit arbeid minder zwaar belast wordt, en inkomen uit vermogen zwaarder, om dit gelijk te trekken
- De schenkingsvrijstelling eigen woning wordt in 2023 verlaagd en in 2024 opgeheven

Je wilt weten wat voor soort rekening geschikt is om jouw spaardoelen waar te maken? Verschillende spaarrekeningen bieden verschillende voorwaarden en rentepercentages. Raisin helpt je bij het vinden van de beste optie.
Lees meer
Wat is een depositorekening en wat is het verschil met een ‘normale spaarrekening’. Waarom ontvang je op een deposito een hogere rente en wat zijn de voorwaarden? Lees meer over deze spaarvorm en wanneer deposito sparen slim is voor jou.
Lees meer
Om spaarders te beschermen heeft de EU regelgeving opgesteld rondom banktegoeden. Ieder land moet verplicht een depositogarantiestelsel hebben. Hiermee worden onder andere spaartegoeden gedekt. Leer de stelsels van de verschillende landen kennen.
Lees meer