Belasting op beleggen en aandelen in Box 3
2022 & 2023 – oud stelsel en spaarvariant
Home › Box 3 belasting › Belasting op beleggen en aandelen
Investeer je in aandelen? Als belegger krijg je met twee vormen van belasting te maken. Over de beleggingen die je bezit betaal je – zodra je boven het heffingsvrij vermogen en andere vrijstellingen uitkomt en dus een positieve grondslag sparen en beleggen hebt, vermogensrendementsheffing in Box 3. Daarnaast wordt over dividend een bronbelasting ingehouden. Dit kun je in beginsel verrekenen met de vermogensrendementsheffing.
- De huidige belasting op beleggingen en aandelen hangt niet samen met het behaalde rendement op deze beleggingen (fictief rendement)
- Dividendbelasting is een vorm van bronbelasting, en kun je vaak verrekenen met de vermogensrendementsheffing
- In fiscaal jaar 2022 (aangifte van 2023) hanteert de Belastingdienst nog één jaar twee stelsels om de spaartaks te berekenen, het oude stelsel met schijven en de spaarvariant
- Beleggers die niet of nauwelijks sparen en boven de vrijstellingsgrens komen gaan er vanaf fiscaal jaar 2023 op achteruit
Bij het berekenen van vermogensrendementsheffing gebruikt de Belastingdienst tot 2025 nog een aangenomen rendement. Dit wordt ook wel een fictief of forfaitair rendement genoemd. Hoe zit het met de specifieke belasting op aandelen?
Pagina-overzicht
p.j.

p.j.

p.j.

Box 3-belasting op beleggingen –
vergelijking oud stelsel en spaarvariant
Het oude stelsel (samen met de spaarvariant geldig in fiscaal jaar 2022)
In het oude stelsel neemt de Belastingdienst niet alleen aan dat je een bepaald rendement behaalt op je spaargeld en beleggingen, maar maakt de Belastingdienst ook een aanname over de verdeling van dit vermogen.
Hoe meer vermogen je hebt, hoe meer de Belastingdienst ervan uitgaat dat je ook daadwerkelijk belegt. Omdat het aangenomen rendement op beleggingen een stuk hoger ligt dan op spaargeld (+5,53% tegenover –0,01%), behaal je dus een hoger fictief rendement zodra je in hogere schijven komt.
De verdeling in de schijven is voor FJ 2022 als volgt:
Schijf (vermogen in grondslag) |
Aangenomen spaardeel |
Aangenomen beleggingsdeel |
Schijf 1 (t/m € 50.650) | 67% | 33% |
Schijf 2 (€ 50.651 t/m € 962.350) |
21% | 79% |
Schijf 3 (vanaf € 962.351) | 0% | 100% |
De spaarvariant (geldig v.a. FJ 2021, waarschijnlijk tot 2026, in 2021/2022 nog samen met het oude stelsel)
De spaarvariant is een overbruggingsstelsel. Het idee is dat vanaf 2026 daadwerkelijk behaald rendement belast gaat worden. Tot het zover is, wil de Belastingdienst op z’n minst af van de voor spaarders zeer onvoordelige fictieve verdeling van vermogen.
Dusdoende wijkt de nieuwe spaarvariant eigenlijk op slechts één belangrijk punt af van het oude stelsel. Je geeft op hoeveel vermogen je in de categorie ‘spaargeld’ hebt én in de categorie ‘overige bezittingen’ (beleggingen, maar ook bv. vastgoed in Box 3). Met je schulden verlaag je nu niet alleen de grondslag, maar ook het gemiddelde rendement.
Voor beleggers niet direct goed nieuws dus. Waar de Belastingdienst in Schijf 1 nog uitging van 67% spaargeld, kan het zijn dat je beleggingen nu zwaarder belast worden.
Mocht dat zo zijn, dan geldt in FJ 2022 nog altijd het oude stelsel – het meest voordelige stelsel is op de belastingplichtige van toepassing. Vanaf FJ 2023 is de spaarvariant uitsluitend geldig.
Belasting op beleggen en aandelen –
berekening in de spaarvariant
Waarschijnlijk heb je onlangs wel wat meegekregen over de ophef rond de Box 3-heffing. Veel spaarders vonden het onrechtvaardig dat ze belasting moesten betalen op hun spaargeld, zonder dat dit spaargeld iets opleverde. Deze ophef leidde tot de nieuwe spaarvariant; het fictief rendement wordt nu op z’n vroegst in 2026 afgeschaft. Hoe worden beleggingen belast in de nieuwe spaarvariant?
Het fictieve rendement op beleggingen en overig vermogen bedraagt in de spaarvariant 5,53% (2022). De belastingvoet bedraagt 31% in 2022 (2023: 32%). Toch zal de uiteindelijke belasting op je beleggingen altijd lager uitvallen. Vanwege de rekenmethode die de Belastingdienst hanteert:
Belasting op beleggingen in Box 3 = gemiddeld rendement op vermogen × grondslag sparen en beleggen × belastingvoet
Benieuwd hoe dit in zijn praktijk berekend wordt? Hier vind je een voorbeeldberekening van de spaarvariant en het oude stelsel. In de tabel hieronder kun je duidelijk zien dat spaarders er in het nieuwe stelsel op vooruit gaan, en particulieren die vrijwel alleen beleggen er flink op achteruit gaan.
Belasting op beleggingen en aandelen –
voorbeeldberekeningen oud stelsel en spaarvariant
Voorbeeld van vermogensverdeling, zonder fiscale partner | Oud stelsel | Spaarvariant | Verschil spaarvariant |
---|---|---|---|
€ 200.000 aan beleggingen, geen spaargeld | € 1621 | € 2560 | € +939 |
€ 150.000 aan beleggingen, € 50.000 aan spaargeld | € 1621 | € 1921 | € +300 |
€ 100.000 aan beleggingen, € 100.000 aan spaargeld | € 1621 | € 1282 | € -339 |
€ 50.000 aan beleggingen, € 150.000 aan spaargeld | € 1621 | € 643 | € -978 |
Geen beleggingen € 200.000 aan spaargeld | € 1621 | € 4 | € -1617 |

De nieuwe Box 3-heffingsregels brengen grote veranderingen met zich mee. Kleine spaarders en beleggers gaan er op vooruit. Zeer vermogende Nederlanders leveren in. Bekijk direct wat de veranderingen in 2022 voor jou inhouden – met het grote overzicht van Raisin.
Lees meer
Heb je de regels omtrent vruchtgebruik, bloot eigendom en vermogensbelasting niet zo scherp op je netvlies? Dat is logisch – het kan vrij ingewikkeld worden. Wij scheppen orde in de chaos
Lees meer
Met een huurwoning kun je een constante stroom aan inkomsten genereren. Toch zijn er wel wat beren op de weg en vergt deze investering wat meer tijd, moeite en inzicht dan beleggen op de beurs.
Lees meerBelasting op beleggingen en aandelen –
veranderingen in 2023 en daarna
Na een lange periode van onzekerheid begint de nieuwe spaartaks eindelijk vorm aan te nemen. Ook in de jaren na fiscaal jaar 2022 (waar je volgend jaar aangifte over doet).
Veel wijzigingen zullen pas later aangekondigd en definitief worden, maar hieronder hebben we samengevat wat we nu al weten (op eind september 2022):
- Vanaf 2023 is het nieuwe stelsel niet meer in gebruik. De spaarvariant is dan het enige geldige stelsel, met grote gevolgen voor vermogende beleggers die niet of nauwelijks sparen
- Het zal tot minstens 2026 duren voordat er een nieuwe systeem op basis van daadwerkelijk rendement in de plaats komt voor het fictieve rendement
- In 2023 gaat het heffingsvrij vermogen omhoog. De verwachting is dat deze stijgt naar rond de € 57.000, of € 114.000 voor fiscale partners. Dit verlaagt voor iedereen de belastingdruk, maar vooral voor kleinere beleggers
- De belastingdruk stijgt vanaf 2023 ieder jaar met één procentpunt, om in 2025 uiteindelijk 34% te bedragen (2022: 31%)
Dividendbelasting op beleggen en aandelen
Als een fonds, bedrijf of aandel een uitbetaling doet – dividend uitkeert – wordt hierover doorgaans dividendbelasting ingehouden. Deze bronbelasting op dividend kun je vaak verrekenen met de vermogensrendementsheffing. Dit is bij aandelen vaak eenvoudiger dan bij fondsen. En bij Nederlandse fondsen vaak eenvoudiger dan bij buitenlandse fondsen. Zo is het bijvoorbeeld bij Amerikaanse aandelen moeilijk om de belasting die geheven werd te achterhalen en overeenkomstig te verrekenen.
Tot 2025 is het niet waarschijnlijk dat er in Nederland directe dividendbelasting zonder verrekening geheven zal worden. Zodra het huidige Box 3-systeem vervangen is door een systeem op basis van daadwerkelijk rendement, is het waarschijnlijk dat ook op dividend een directe belasting geheven gaat worden.
Welke beleggingen moet je opgeven bij de belasting?
Zolang je in Nederland belastingplichtig bent moet je alle beleggingen, spaardeposito’s en spaarrekeningen, dus ook bijvoorbeeld cryptomunten, opgeven bij de belasting. Het is niet relevant waar het fonds of bedrijf waarin je belegt of waar bijvoorbeeld je broker gevestigd is. Als boekwaarde neem je de waarde van de aandelen op de peildatum: dit is 1 januari van het jaar waarover je aangifte doet.

Dividend spreekt beleggers aan. Periodieke winstuitkeringen zonder transactiekosten. Ook bij ETF’s kun je dividend uitbetaald krijgen. Er zijn verschillende producten op de markt die gericht zijn op het maximaliseren van dividend. Heb je hier ook echt wat aan als belegger?
Lees meer
Aandelen met weinig koerswinst kunnen toch interessant zijn vanwege een hoog dividendrendement: het rendement op aandelen op basis van het uitgekeerde dividend. Hoe dit precies zit en hoe je het dividendrendement berekent, lees je in dit artikel.
Lees meer
Blijf op de hoogte van de belastingen met een groot overzicht van alle belastingschijven in 2022. In tabellen vind je de tarieven in de drie boxen, vrijstellingen, heffingskortingen, veranderingen ten opzichte van 2020 en meer. Ontdek waarom je waarschijnlijk minder spaartaks betaalt en hoe je jouw belastingdruk verlagen kunt.
Lees meerSparen met Raisin

Vergelijk alle spaardeposito's van Raisin – met de hoogste spaarrentes van de EU.
Lees meer
Om spaarders te beschermen heeft de EU regelgeving opgesteld rondom banktegoeden. Ieder land moet verplicht een depositogarantiestelsel hebben. Hiermee worden onder andere spaartegoeden gedekt. Leer de stelsels van de verschillende landen kennen.
Lees meer
Vergelijk alle spaarrekeningen van Raisin. Met de hoogste spaarrentes uit de hele EU.
Lees meerBelasting op beleggingen en aandelen –
veelgestelde vragen
Moet ik aandelen opgeven aan de belasting?
Ja. Je moet de marktwaarde van je aandelen op 1 januari van het fiscale jaar opgeven als (overig) vermogen in Box 3. Mits de waarde van de aandelen en je overige vermogen boven de vrijstelling vermogensbelasting (heffingsvrij vermogen) in dat fiscale jaar valt. Het daadwerkelijke rendement dat je op je aandelen en andere beleggingen behaald hebt, is niet van belang. De belastingvoet is enkel afhankelijk van ofwel het totale vermogen dat je in een jaar hebt, ofwel de verdeling van dit vermogen in spaargeld en overige bezittingen.
Wat is de winstbelasting op aandelen en beleggingsfondsen?
De Belastingdienst hanteert een vast tarief bij het belasten van aandelen en overig vermogen. Dit tarief is hoger dan het tarief voor spaargeld. Dit hoeft voor particuliere spaarders en beleggers in 2022 nog niets uit te maken. De Belastingdienst hanteert in dit overgangsjaar zowel een fictief rendement bij het berekenen van het rendement, ook wordt er nog een aanname gedaan over wat jij met je vermogen doet. In de nieuwe spaarvariant (exclusief geldig vanaf 2023) worden beleggingen wel daadwerkelijk veel zwaarder belast.
Betaal ik belasting als ik aandelen verkoop?
Nee. In Nederland betaal je geen directe winstbelasting. Dit heeft te maken met het fictieve rendement, waarbij jouw winst al aangenomen wordt. Een eventuele daadwerkelijke winst, of een verlies, wordt niet meegenomen. Het geld dat je ontvangt van de verkoop en bijvoorbeeld op een spaarrekening parkeert, moet je in het volgende jaar opgeven als vermogen. Maar je moet ook de marktwaarde van je aandelen als vermogen opgeven, dus netto maakt dit geen verschil.
Hoeveel is de dividendbelasting in 2022?
Het standaardbedrag van de dividendbelasting bedraagt in 2022 15%. Voor dividenduitkeringen in Box 2 (uit een aanmerkelijk belang) bedraagt dit tarief 26,9%. Dividendbelasting die van particulieren ingehouden wordt (Box 3) kan verrekend worden met de inkomstenbelasting die verschuldigd is. Je moet je beleggingen immers als vermogen in Box 3 opgeven en betaalt dus vermogensrendementsheffing.
Hoe geef ik dividend op bij de inkomstenbelasting?
Zolang je geen inkomsten ontvangt uit een aanmerkelijk belang (Box 2), wat voor verreweg de meeste particulieren geldt, hoef je dividend niet op te geven bij de inkomstenbelasting. Het forfaitair rendement omvat ook dividend. Je kunt de ingehouden dividendbelasting wel inzetten als aftrekpost. Als je wilt weten hoeveel dividendbelasting ingehouden is, kun je jouw broker vragen om de zogenaamde dividendnota.