Je tweede huis wordt als vermogen beschouwd en de Belastingdienst gaat ervan uit dat je rendement haalt uit dit vermogen, bijvoorbeeld door verhuur of in de vorm van waardestijging. Over dit rendement moet je belasting betalen; de zogenaamde vermogensrendementsheffing. Maar hoeveel belasting moet je betalen? Waar moet je nog meer rekening mee houden? Raisin legt uit.
Home › Box 3 belasting › Belasting tweede huis
De (over)waarde van een tweede woning geef je meestal op in box 3. Hier wordt ook je spaargeld en beleggingen belast.
Inkomsten uit gebruikelijke, niet-commerciële verhuur hoef je niet extra op te geven.
Ook een vakantiehuis geef je op in box 3.
In box 3 betaal je een vermogensrendementsheffing, ook wel vermogensbelasting genoemd Bij het vaststellen van deze heffing gaat de Belastingdienst uit van een fictief (forfaitair) rendement. Zolang je tweede huis in box 3 valt, maakt het dus niet uit hoeveel je woning daadwerkelijk oplevert. En ook niet of je het verhuurt en hoeveel huur je daarmee binnenhaalt.
Onder het nieuwe overbruggingsstelsel, dat vanaf fiscaal jaar 2022 tot ten minste fiscaal jaar 2027 van kracht is, blijft het fictieve rendement van kracht. Nieuw is wel dat de fictieve verdeling van vermogen, tussen een beleggingsdeel en een spaardeel, opgeheven wordt. In plaats daarvan gaat de Belastingdienst nu kijken naar het daadwerkelijke vermogen in het beleggingsdeel en het spaardeel. Een tweede huis wordt vanwege de veronderstelde waardevermeerdering gezien als een belegging.
Verhuur je een tweede woning? Dan levert dit verder geen ingewikkelde situatie op voor de belasting. Omdat je verhuurde, tweede woning als vermogen in box 3 valt, hoef je de inkomsten uit verhuur (de huuropbrengsten) niet op te geven. Je betaalt immers belasting over een aangenomen rendement – de daadwerkelijke opbrengst is niet relevant.
Hier zijn wel voorwaarden aan gesteld. Zodra je een tweede woning verhuurt op de korte termijn én hiernaast diensten levert, kan het dat de verhuur gezien wordt als inkomsten. Dit is vooral het geval als je een Bed & Breakfast runt of je huis verhuurt via Airbnb en bijvoorbeeld ook schoonmaakt, beddengoed verschoont enz.
Zodra de verhuur van je tweede woning aangemerkt wordt als een commerciële dienst, moet je 70% van de inkomsten meenemen in box 1 van je belastingaangifte. Dit kan flink oplopen.
Ook bij het verhuren van je eigen huis (dat niet te koop staat) moet je 70% van de inkomsten opgeven in box 1. Je mag immers ook de hypotheekrente in deze box aftrekken.
Heb je een tweede woning in het buitenland gekocht, bijvoorbeeld een tweede huis in Spanje? Dan moet je dit opgeven als vermogen in box 3. Omdat de woning in het buitenland staat, geldt in principe een vrijstelling voor je vakantiehuis of recreatiewoning in de belastingaangifte. Mits je ook in beginsel inkomstenbelasting moet betalen in het desbetreffende land. Nederland heeft met vele landen afspraken om dubbele belasting te voorkomen.
De hypotheekrenteaftrek in Nederland is een fiscale regeling die toelaat dat de rente die je betaalt voor de hypotheek van je hoofdverblijf aftrekbaar is van je belastbaar inkomen in box 1. Dit verlaagt het inkomen waarover je belasting betaalt, waardoor je minder inkomstenbelasting verschuldigd bent.
Bij twee huizen werkt het als volgt:
Het is belangrijk te vermelden dat er specifieke regels en uitzonderingen kunnen zijn, bijvoorbeeld als de tweede woning tijdelijk als hoofdverblijf dient of als deze verhuurd wordt en je tijdelijk dubbele hypotheeklasten hebt. Voor de exacte toepassing van de regels en om te bepalen hoe dit in een specifieke situatie werkt, kan het raadzaam zijn om een belastingadviseur te raadplegen.