Eerder stoppen met werken? Dit zijn je opties

Hoe kun je eerder stoppen met werken en hoeveel geld heb je nodig om de jaren tot je AOW te overbruggen? Wat zijn de gevolgen voor je pensioen en riskeer je een (fiscale) boete als je eerder stopt met werken? Raisin legt uit.

HomePensioen › Eerder stoppen met werken

In het kort
  • Als je vóór de AOW-leeftijd stopt met werken, kun je vaak zelf kiezen of je je pensioen in laat gaan of (nog) niet.

  • Eerder stoppen met werken heeft onder andere gevolgen voor je pensioenopbouw, belastingsituatie en toeslagen.

  • Je dient bij het financiële plaatje ook rekening te houden met de inflatie.

Eerder stoppen met werken: welke mogelijkheden heb je?

Om eerder te stoppen met werken, heb je natuurlijk voldoende financiële middelen nodig om dit te kunnen realiseren. En daar zijn verschillende mogelijkheden voor:

  • Eigen geld gebruiken: Heb je spaargeld of beleggingen opgebouwd? Dan kun je dit inzetten om de periode tot je pensioen te overbruggen.
  • Vervroegd pensioen uitkeren: Het is vaak mogelijk om je pensioen eerder te laten uitkeren. Houd er wel rekening mee dat het maandelijkse bedrag dan lager wordt.
  • Uitgaven verlagen: Door kritisch te kijken naar je vaste lasten en uitgaven, kun je met minder geld rondkomen. Denk aan kleiner wonen of besparen op abonnementen.
  • Overwaarde huis gebruiken: Heb je een koopwoning met overwaarde? Dan kun je deze waarde verzilveren, bijvoorbeeld door te verkopen of een nieuwe hypotheek afsluiten.
  • Deeltijd werken: Je kunt er ook voor kiezen om minder te gaan werken in plaats van helemaal te stoppen. Zo heb je meer vrije tijd, maar houd je wel een inkomen.
  • Aanvullende uitkering aanvragen: In sommige gevallen kun je een uitkering aanvragen, bijvoorbeeld een overbruggingsuitkering als je net te jong bent voor je AOW.

Welke optie het beste bij je past, hangt af van jouw persoonlijke situatie en wensen. Het is verstandig om je goed te laten adviseren voordat je een keuze maakt.

Eerder stoppen met werken: hoeveel geld heb ik nodig?

Maar hoeveel (spaar)geld heb je nodig om eerder te stoppen met werken? Met onderstaands stappenplan kun je berekenen hoeveel geld je nodig hebt om eerder te stoppen met werken en kun je de rekenvoorbeelden invullen met igen bedragen.

Stap 1: Breng je inkomsten en uitgaven in kaart

In de eerste stap reken je al je maandelijkse uitgaven bij elkaar op. Reken niet te krap en tel 10% tot 20% op bij het nagestreefde maandbedrag. Je weet immers nooit hoe de situatie nog verandert en bovendien moet je ook rekening houden met inflatie.

Neem in ieder geval de volgende uitgaven mee in je berekening:

  • Huur of hypotheek (zonder aftrek en toeslagen)

  • Boodschappen

  • Verzekeringen (ook ziektekostenverzekering)

  • Verschillende potjes (reizen, uit eten gaan etc.)

Stap 2: Bereken hoeveel inkomsten je blijft houden

Ook als je stopt met werken, blijf je misschien bepaalde inkomsten houden. Denk aan spaarrGaat je pensioen alvast in? Dan tel je hier ook je netto pensioeninkomsten bij op.

Houd altijd rekening met de volgende inkomsten:

  • Inkomsten uit beleggingen en spaargeld (rendement en rente), waar je gebruik van kunt maken in de periode tot je de AOW-leeftijd bereikt (dus geen waardevermeerdering op je lijfrente)

  • Pensioenuitkeringen (netto)

  • Netto-inkomsten uit verhuur van je woning (bijvoorbeeld tijdens een reis, van een tweede woning, enz.)

  • Toeslagen waar je recht op hebt (netto)

Stap 3: De belastingen berekenen

Vervolgens gebruik je de bovenstaande bedragen om een proefberekening van de belastingen te maken. Hierbij loop je de belastingdruk in alle boxen na.

Vul al je inkomsten en uitgaven in, en bekijk hoeveel je per maand gaat betalen of ontvangen.

  • Box 1: Hieronder vallen je inkomsten uit werk (loondienst of eigen bedrijf) en je pensioen. Hier trek je de eventuele hypotheekrente van je eigen huis weer van af.

  • Box 2: Heb je een aanmerkelijk belang in een vennootschap of genotsrechten? Neem deze mee in je berekening. De meeste Nederlanders hebben niets met box 2 te maken.

  • Box 3: Reken je vermogen en je schulden samen. Loop goed na welke bezittingen wel en niet in box 3 vallen. Lees in onze artikelen over schulden in box 3 en vermogen in box 3 meer hierover.

Stap 4: Definitieve berekening maken

Stel: je wil € 2500 per maand tot je beschikking hebben. Van dit bedrag van € 2500 trek je mogelijke pensioeninkomsten af. Je betaalt daarnaast ongeveer € 20 per maand aan spaartaks in box 3. Bij het overgebleven bedrag, tel je nog een buffer van bijvoorbeeld 10% op.

Als je vijf jaar eerder wilt stoppen met werken, moet je (zonder pensioen) dus een bedrag van 60 × € 2520 = € 151.200 aan spaargeld hebben om eerder te kunnen stoppen met werken. Wil je 2 of 10 jaar eerder stoppen met werken? Dan vermenigvuldig je het bovenstaande bedrag met het aantal jaren en twaalf maanden per jaar.

Belangrijk: denk aan inflatie

Door inflatie wordt je geld gemiddeld ieder jaar minder waard. Gemiddeld kun je rekening houden met een inflatie van 2% per jaar; het streefniveau van de centrale banken. 2% per jaar lijkt misschien niet veel, maar over een langere periode tot je pensioen, kan dit een groot verschil maken. Houd dus altijd rekening met de inflatie. De uitwerking van inflatie leggen we in detail uit op onze pagina over hoeveel pensioen je nodig hebt.

Rekenvoorbeeld: eerder stoppen met werken

Jan is 65 jaar en wil stoppen met werken. Zijn pensioenleeftijd is 67 jaar. Jan heeft een koophuis met een flinke overwaarde en € 30.000 spaargeld. Hij vraagt zich af of hij de komende twee jaar financieel kan overbruggen en nu al kan stoppen met werken.

Rekenvoorbeeld:

  • Jan heeft € 1500 netto per maand nodig om rond te komen.
  • In twee jaar tijd (24 maanden) heeft hij dus 24 x €1500 = € 36.000.
  • Zijn spaargeld (€ 30.000) dekt bijna het hele bedrag, maar hij komt nog € 6000 tekort.
  • Jan besluit om een deel van de overwaarde van zijn huis op te nemen. Hij leent € 15.000, zodat hij genoeg heeft voor de komende twee jaar, ook de extra hypotheeklasten kan dragen én een buffer achter de hand houdt.
  • Na twee jaar ontvangt Jan zijn pensioen en AOW. De hypotheekrente betaalt hij vanaf dat moment uit zijn pensioeninkomen.

3 scenario's om eerder te stoppen

Er zijn in principe drie scenario’s als je stopt met werken voordat je de AOW-leeftijd bereikt (en geen uitkering aanvraagt). Deze twee scenario’s hebben invloed op de uitwerkingen van je plannen.

1. Stoppen met werken, maar niet vroegtijdig pensioen in laten gaan

Je stopt met werken, maar vraagt nog geen pensioen aan. Niet uit een lijfrente, geen AOW en ook geen pensioen uit loondienst. Vanaf je laatste loonstrookje moet je volledig zelf in je onderhoud voorzien.

2. Stoppen met werken, vervroegd pensioen opnemen

Je stopt met werken en wil alvast een pensioen uit laten keren. Dit staat gelijk aan ‘met pensioen gaan’. Of dit mogelijk is en wat de voorwaarden zijn, lees je na in onze handleiding met tips om eerder met pensioen te gaan.

3. Stoppen met werken met RVU-regeling

Met de RVU-regeling (Regeling Vervroegde Uittreding) kun je maximaal drie jaar vóór je AOW-leeftijd stoppen met werken, zonder dat je werkgever een hoge belasting (de zogeheten ‘boete’) betaalt over jouw uitkering tot een bepaald maximum.

De regeling is vooral bedoeld voor mensen met zwaar werk en geldt tot eind 2025, maar er is een akkoord om de regeling ook na 2025 voort te zetten.

Let op: de RVU-uitkering is vaak lager dan je normale salaris, dus het is belangrijk om vooraf te berekenen of je hiermee financieel uitkomt tot je AOW-leeftijd. Bespreek de mogelijkheden altijd met je werkgever, want deelname aan de RVU-regeling kan alleen als jullie daar samen afspraken over maken.

Eerder stoppen met werken – extra kosten

In de onderstaande tabel, kun je voor beide bovenstaande scenario’s alvast nalopen met welke kosten je moet gaan rekenen als je eerder stopt met werken.

Extra kosten bij eerder stoppen met werken
Scenario 1 – zonder pensioen in laten gaan
Scenario 2 – met pensioen in laten gaan

Betaal je een hogere belastingvoet dan je zou betalen nadat je de AOW-leeftijd bereikt?

Ja, maar doorgaans niet relevant omdat je geen inkomen uit loondienst/zelfstandige activiteiten meer hebt

Ja, je betaalt doorgaans een hoger tarief over je pensioenuitkeringen

Loop je AOW mis?

Ja, AOW kan niet naar voren gehaald worden

Ja, AOW kan niet naar voren gehaald worden

Fiscale boete eerder stoppen met werken?

Nee

Nee, behalve een mogelijke boete ('revisierente') bij het afkopen van een lijfrente/bankspaarrekening

Later een lager pensioen

Ja, omdat je een aantal jaar niet meer opbouwt

Ja, omdat je pensioen eerder ingaat en omdat je een aantal jaar niet opbouwt

Hypotheekrenteaftrek?

Doorgaans niet meer mogelijk, want geen inkomen in Box 1

Kun je van je pensioenuitkering aftrekken in Box 1

Vermogensbelasting in Box 3?

Berekening blijft hetzelfde als toen je werkte

Berekening blijft hetzelfde als toen je werkte; mogelijk heb je na het eventuele afkopen van een lijfrente een hoger vermogen (kapitaal in een lijfrente/op een bankspaarrekening is vrijgesteld in Box 3)

Recht op toeslagen?

Hangt van de nieuwe inkomenssituatie af

Hangt van de nieuwe inkomenssituatie af

Gevolg eerder stoppen met werken (box 1 en box 3)

Nadat je de AOW-leeftijd bereikt, gaat de belastingvoet omlaag. Als je eerder je pensioen in laat gaan, krijg je te maken met een hogere belastingvoet op je pensioen dan na de AOW-leeftijd. Je houdt dus netto minder over van het brutobedrag.

Koop je een lijfrente af? Dan moet je mogelijk een revisierente gaan betalen. Deze boete van 20% wordt geheven over alle ingelegde pensioenbedragen die je eerder van de belasting afgetrokken hebt. Hiernaast betaal je over de uitkering eenmalig belasting in box 1, tegen het normale tarief. Dus niet tegen het verlaagde AOW-tarief.

Zodra je boven de vermogensgrens van de spaartaks uitkomt, ga je vermogensrendementsheffing betalen.

Geen AOW & minder pensioen

Als je eerder stopt met werken, ontvang je nog geen AOW. Als je jouw pensioen nog niet in laat gaan, of je pensioen nog niet in kan gaan, loop je ook pensioen mis. Mocht je jouw pensioen alvast uit laten keren, ontvang je ieder jaar een lagere uitkering.

Daarnaast bouw je in de jaren dat je stopt met werken ook geen pensioen meer op. Behalve als je dit opvangt met een aanvullend pensioen in pijler 3. Ook hierdoor valt je uiteindelijke pensioenuitkering lager uit.

Hypotheekrenteaftrek & toeslagen

Als je eerder stopt met werken, kan dit ook van invloed zijn op toeslagen en de hypotheekrenteaftrek. De hypotheekrenteaftrek loopt in de meeste gevallen op tot honderden euro’s per jaar. Natuurlijk ga je geen extra hoge hypotheek betalen zodra je stopt met werken, maar je moet alsnog het volledige bedrag netto gaan betalen. Als je een pensioen vervroegd in laat gaan, kun je de hypotheekrenteaftrek wel gebruiken om je belastingdruk in box 1 te verlagen.

Omdat je inkomenssituatie verandert, krijg je ook te maken met veranderingen in de toeslagen. Gebruik deze rekenhulp van de Belastingdienst om dit alvast na te lopen.