Je kunt altijd besluiten om eerder te stoppen met werken. Maar: dat heeft financiële consequenties.
Je kunt ervoor kiezen om je pensioen uit loondienst nog niet in te laten gaan, maar een lijfrente of ander aanvullend pensioen wel alvast.
Als je eerder met pensioen gaat, ontvang je nog geen AOW en worden je pensioenuitkeringen (per maand) lager.
Een vervroegd pensioen heeft verschillende belastingnadelen.
Er is geen officiële pensioenleeftijd die op iedereen van toepassing is. Vaak wordt het begrip pensioenleeftijd gebruikt als synoniem voor de AOW-leeftijd, oftewel de pensioengerechtigde leeftijd. In 2024 en 2025 is deze leeftijd voor iedereen in Nederland 67 jaar. Desalniettemin is je pensioenleeftijd in feite niets anders dan de leeftijd waarop jij besluit met pensioen te gaan.
De AOW-leeftijd is om een aantal redenen belangrijk. Niet alleen ontvangt iedereen vanaf deze leeftijd een AOW-uitkering (inclusief vakantiegeld), maar ook pensioenuitkeringen zijn op deze leeftijd gebaseerd. Zowel uitkeringen uit werkgeverspensioenen in pijler 2, en uitkeringen uit een lijfrente of bankspaarrekening (zelf opgebouwd pensioen) in pijler 3.
Vervroegd met pensioen gaan, betekent dus eigenlijk ‘vervroegd je opgebouwde pensioen ontvangen’. Niemand belet je om een tijd niet te werken. Zodra je een pensioen uit pijler 2 (loondienstverband) aan gaat vragen, gaan er dus andere regels in.
De AOW is één van de heilige huisjes in Nederland. Mede dankzij de AOW is armoede onder ouderen in Nederland op een zeer laag niveau. Het percentage ouderen onder de armoedegrens is zelfs lager dan het gemiddelde van de bevolking.
Omdat het basispensioen onder de AOW zo solide opgezet is, vertrouwen veel Nederlanders op het pensioen dat ze via de eerste twee pijlers (AOW en werkgeverspensioen) opbouwen. Zodra je besluit eerder te stoppen met werken, zul je een aantal jaren moeten overbruggen, tot je de AOW-leeftijd bereikt.
Zolang je in Nederland blijft wonen en/of werken, wordt je AOW niet gekort. Voor ieder jaar dat je niet in Nederland woont en/of werkt, wordt je AOW met 2% gekort. Overweeg je te emigreren na je vervroegde pensioen? Dan moet je hier dus ook rekening mee houden.
Wil je vervroegd met pensioen gaan? Dan bouw je gedurende deze jaren geen pensioen op in pijler 2. Dit betekent, dat je uitkering lager wordt, ook als je er nog niet voor kiest om je pensioen in te laten gaan.
Vaak is het ook mogelijk om je pensioen alvast in te laten gaan voordat je de AOW-leeftijd bereikt. In dit geval ontvang je nog minder pensioen, omdat je voor een langere periode je pensioen ontvangt.
Heb je een aanvullend pensioen, bijvoorbeeld in de vorm van een bancaire lijfrente (banksparen) of lijfrenteverzekering? Hier zijn strenge voorwaarden aan verbonden. Als je in het nieuwe regime valt, mag je de lijfrente niet zonder meer in laten gaan wanneer jij wilt. Het afkopen van je lijfrente is fiscaal zeer nadelig.
Het geld op je bankspaarrekening of de opgebouwde premies in je lijfrenteverzekering staan vast totdat je de AOW-leeftijd behaalt. Waarschijnlijk kun je er dus niet op rekenen, dat je aanspraak kunt maken op je aanvullende pensioen voordat je de AOW-leeftijd behaalt.
Ben je van plan om je lijfrente levenslang uit te laten keren? Dan kun je de uitbetaling wel eerder in laten gaan. Ook in dit geval, zal je een lager maandelijks bedrag ontvangen. Niet alleen gedurende de overbruggingsjaren tot je de AOW-leeftijd bereikt, maar ook daarna.
Als je een uitkering uit een bankspaarrekening geniet, worden de jaren vóór je de AOW-leeftijd bereikt, opgeteld bij de verplichte minimale uitkeringsperiode van 20 jaar.
Zoals we aan het begin al uit hebben gelegd, kun je ervoor kiezen om te stoppen met werken. Dat is nog niet hetzelfde als met pensioen gaan. Als je met vroegpensioen gaat, geef je dit altijd aan bij je pensioeninstanties. Met pensioen gaan, is dus eigenlijk hetzelfde als aangeven bij je pensioeninstantie dat je pensioenuitkeringen wil gaan opnemen.
Geef altijd op tijd aan dat je je pensioen naar voren wil halen bij je pensioeninstantie. Zeker drie maanden van tevoren, maar liever bijvoorbeeld al een jaar van tevoren. Dan kan de vroegpensioenregeling in werking worden gezet.
Prepensioen is een regeling waarmee je vóór je AOW-leeftijd kunt stoppen met werken en alvast een uitkering ontvangt. Het prepensioen vervangt tijdelijk een deel van je inkomen totdat je AOW ingaat.
Deze regeling was vooral populair vóór 2006, maar is sindsdien grotendeels vervangen door andere regelingen, zoals de levensloopregeling of individuele pensioenoplossingen. Prepensioen is meestal lager dan je volledige pensioen, omdat je minder lang hebt doorgewerkt en korter pensioen hebt opgebouwd. Niet iedereen komt in aanmerking voor prepensioen; het hangt af van je werkgever en je pensioenfonds.
De RVU-regeling (Regeling Vervroegd Uittreden) maakt het sinds 1 januari 2021 mogelijk om tot 3 jaar eerder met pensioen te gaan. Dit gebeurt vaak in overleg met je werkgever. Je krijgt een financiële vergoeding, maar deze is niet hetzelfde als je volledige salaris.
De regeling is bedoeld voor oudere werknemers met fysiek zware beroepen doen die eerder willen stoppen met werken. Houd er rekening mee dat de vergoeding mogelijk niet genoeg is om het volledige inkomensverlies op te vangen, dus je moet goed nadenken over je financiële situatie.
Naast de RVU-regeling, mag je blijven bijverdienen, zolang hier in je cao geen restricties over zijn opgenomen.
In Nederland kun je niet automatisch met pensioen na 45 jaar werken. Het recht op AOW (Algemene Ouderdomswet) is namelijk gekoppeld aan je AOW-leeftijd, die afhankelijk is van je geboortedatum en de levensverwachting.
Dit betekent dat je AOW-leeftijd mogelijk later ligt, zelfs als je er al 45 jaar dienstjaren op hebt zitten. Sommige cao's of regelingen kunnen wel opties bieden voor vervroegd pensioen, maar dit hangt af van je sector (bijvoorbeeld in de zorg, bouw of onderwijs) en afspraken met je werkgever, zoals een zwaarwerkregeling in de bouw.
Of je al vroeger met pensioen kunt gaan, is afhankelijk van hoeveel jaar het nog duurt voordat je de AOW-leeftijd bereikt:
Je bereikt de AOW-leeftijd... | Kan ik mijn pensioen al in laten gaan? | Wat moet ik daarvoor doen? | Kan ik blijven werken? |
---|---|---|---|
...over meer dan 10 jaar | Dit is nog niet mogelijk | n.v.t. | n.v.t. |
...binnen 10 en 5 jaar | Ja, mits de pensioeninstantie dit toestaat | (Deeltijd)pensioen aanvragen, aangeven of je blijft werken of niet | Ja, maar je mag niet méér gaan werken dan het aantal uren dat je aan het begin van je pensioen aangeeft |
...binnen 5 jaar | Ja, mits de pensioeninstantie dit toestaat | (Deeltijd)pensioen aanvragen, aanvragen, aangeven of je blijft werken of niet | Ja, je betaalt enkel belasting over je pensioen in Box 1 |
Wil je vervroegd met pensioen, en de periode tot je de AOW-leeftijd bereikt overbruggen? Dan kun je ervoor kiezen om eerst een hogere pensioenuitkering te ontvangen, en later een lagere. De exacte voorwaarden kun je navragen bij je pensioenfonds.
In ieder geval moet de verhouding tussen het hogere en lagere pensioendeel 4 tot 3 bedragen. Met andere woorden, als je een pensioen opknipt in twee verschillende delen, mag je hoge aandeel bijvoorbeeld niet meer dan € 2000 per maand zijn als het lage aandeel € 1500 is.
We hebben het net al even aangekaart, maar hoe zit het precies met de belasting als je vervroegd met pensioen gaat? Zoals altijd met belastingvraagstukken, kan dit gecompliceerd worden. Hieronder hebben we een paar van de belangrijkste nadelen voor je samengevat.
Omdat je pensioen uitgesteld salaris is, betaal je ook over je pensioen (en je AOW) inkomstenbelasting. De Belastingdienst hanteert twee verschillende belastingtarieven in Box 1. Na het bereiken van de AOW-leeftijd, gaat de belastingdruk flink omlaag.
Heb je een lijfrente in pijler 3, en ben je aan het nadenken over afkopen? Je ontvangt dan weliswaar het volledige bedrag in één keer, maar betaalt meestal ook een revisierente (boete) van 20%. Dit komt nog eens bovenop de Box 1-belasting, die je ook in één keer af moet dragen. Zo kan de belastingdruk oplopen tot 69,5%.
Ga je met vervroegd pensioen, maar ontvang je nog steeds een inkomen? Let er dan op, dat je de loonheffingskorting niet dubbel toepast. Omdat je de loonheffingskorting slechts één keer in mag zetten, krijg je anders een naheffing bij je jaaropgave.
Het is fijn om eerder met pensioen te gaan. Vaak heb je hier een flink bedrag aan spaargeld voor nodig, of een zeer ruim pensioen. Wil je een tijdje teren op spaargeld? Dan kan het zijn dat je met je vermogen boven de vrijstellingsgrens van € 57.000 (fiscale partners: € 114.000) uitkomt.
Vermogensrendementsheffing betaal je helaas ieder jaar weer. Als je van je spaargeld gaat leven, is het dus een goed idee om er ook voor te zorgen dat je minstens de spaartaks opvangt. Bijvoorbeeld met een spaarrekening of spaardeposito van Raisin.