Belastingschijven 2020

Ieder jaar voert de Belastingdienst wijzigingen door in de belastingen. Het is wel zo handig om een overzicht te blijven houden van de tarieven. Op deze pagina lees je alles over de belastingtarieven in 2020 – inkomstenbelasting vóór en na de AOW, heffingskortingen, erfbelasting, schenkbelasting en meer.

Home Belasting › Belastingschijven 2020

We beginnen met de tarieven van de inkomstenbelasting in Box 1, Box 2 en Box 3. Daarna lichten we de heffingskortingen en andere belastingen toe. Helemaal op het einde vind je een beknopt overzicht van de belangrijkste verschillen tussen de fiscale jaren 2020, 2019 en 2021.

Belastingtarief Box 1 in 2020

Box 1 is de box voor inkomen uit werk en woning. Alleen je eigen woning wordt in Box 1 belast; overig vastgoed doorgaans in Box 3.

Inkomstenbelasting – AOW-leeftijd nog niet bereikt

Schijf

Van – Tot

Tarief

1

€ 0 – € 68.507

37,35%

2

€ 68.508 – ...

49,50%

Inkomstenbelasting – AOW-leeftijd al bereikt, geboren na 31 december 1945

Schijf

Van – Tot

Tarief

1

€ 0 – € 34.712

19,45%

2

€ 34.713 – € 68.507

37,35%

3

€ 68.508 – ...

49,50%

Inkomstenbelasting – AOW-leeftijd al bereikt, geboren vóór 1 januari 1946

Schijf

Van – Tot

Tarief

1

€ 0 – € 35.375

19,45%

2

€ 35.376 – € 68.507

37,35%

3

€ 68.508 – ...

49,50%

Als je een eigen huis bezit, moet je daarnaast een percentage van de WOZ-waarde opgeven als inkomsten. Dit is het zogenaamde eigenwoningforfait en wordt samen met je overige inkomsten belast in Box 1. Voor fiscaal jaar 2020 hanteert de Belastingdienst de volgende tabel om de hoogte van het eigenwoningforfait te bepalen. In de praktijk betaalt het overgrote deel van de huiseigenaren het tarief van 0,60%.

Eigenwoningforfait in 2020

WOZ-waarde vanaf … tot ...

Percentage eigenwoningforfait

€ 0 – € 12.500

0%

€ 12.500 – € 25.000

0,20%

€ 25.000 – € 50.000

0,35%

€ 50.000 – € 75.000

0,45%

€ 75.000 – € 1.090.000

0,60%

€ 1.090.000 – ...

€ 6540, plus een extra bijtelling van 2,35% over het deel van de waarde dat boven de € 1.090.000 valt

Bij het vaststellen van de belasting tel je dus het bovenstaande percentage van de WOZ-waarde van je woning. De peildatum voor de WOZ-waarde van je koopwoning is in dit geval 1 januari 2019, de eerste dag van het jaar voorafgaand aan het jaar waarover je aangifte doet.

Belastingtarief Box 2 in 2020

De meeste Nederlanders krijgen niet te maken met een Box 2 aangifte. Box 2 is de box voor een zogenaamd aanmerkelijk belang – minstens 5% van de aandelen in een vennootschap. Het belastingtarief voor de voordelen uit een aanmerkelijk belang bedraagt in 2020 26,25%.

Belastingtarief Box 3 in 2020

Box 3 is de box voor rendement uit spaargeld en beleggingen. Net zoals in de voorgaande jaren en in 2021 hanteert de Belastingdienst voor het berekenen van het rendement een fictieve aanname. Dit zogenaamde fictieve of forfaitaire rendement staat los van het rendement dat je daadwerkelijk behaalt. Alleen de hoogte van je vermogen in Box 3 is van invloed.

De aangenomen verhouding tussen spaargeld en beleggingen en het aangenomen rendement op spaargeld en beleggingen is in 2020 als volgt.

Vermogensrendementsheffing – verdeling spaargeld en beleggingen per schijf in 2020

Schijf

Aangenomen deel spaargeld

Aangenomen deel beleggingen

1

67%

33%

2

21%

79%

3

0%

100%

Rendement op spaargeld: 0,07%

Rendement op beleggingen: 5,28%

Belasting op rendement: 30%

Het totale vermogen, na aftrek van de schulden (die boven de schuldendrempel vallen), vormt de basis van de berekening van de Box 3-belasting. Hieronder vind je de tarieven voor 2020 zonder en mét fiscale partner.

Vermogensrendementsheffing – schijven in 2020 (zonder fiscale partner)

Schijf

Vermogen vanaf

Vermogen tot

Aangenomen rendement

Totale belasting

0 (vrijstelling)

0%

€ 30.846

Vrijgesteld

Vrijgesteld

1

€ 30.846

€ 103.644

1,789%

0,537%

2

€ 103.644

€ 1.036.419

1,789%

1,256%

3

€ 1.036.419

...

1,789%

1,584%

Schuldendrempel in 2020: € 3100

Vermogensrendementsheffing – schijven in 2020 (met fiscale partner)

Schijf

Vermogen vanaf

Vermogen tot

Aangenomen rendement

Totale belasting

0 (vrijstelling)

€ 0

€ 61.692

Vrijgesteld

Vrijgesteld

1

€ 61.692

€ 207.288

1,789%

0,537%

2

€ 207.288

€ 2.072.838

4,185%

1,256%

3

€ 2.072.838

...

5,280%

1,584%

Schuldendrempel in 2020: € 6200

De peildatum voor het vermogen en de schulden is 1 januari 2020. De peildatum voor onroerend goed dat in Box 3 opgegeven moet worden is 1 januari 2019.

Overzicht heffingskortingen in 2020

De Belastingdienst geeft voor het jaar 2020 de volgende heffingskortingen aan:

Heffingskortingen in Box 1 in 2020

AOW-leeftijd nog niet bereikt

AOW-leeftijd bereikt

Algemene heffingskorting – inkomen vanaf € 0 tot € 20.712

€ 2711

€ 1413

Algemene heffingskorting – inkomen vanaf € 20.712 tot € 68.508

€ 2711 - (5,672% x het aandeel belastbaar inkomen uit werk en woning dat boven de € 20.711 valt)

€ 1413 - (2,954% x het aandeel belastbaar inkomen uit werk en woning dat boven de € 20.711 valt)

Algemene heffingskorting – inkomen vanaf € 68.508 en daarboven

€ 0

€ 0

Algemene heffingskorting – maximale uitbetaling voor fiscale partner zonder inkomen of met een lager inkomen dan de andere fiscale partner

Geboren na 31 december 1962: € 543

Geboren na 31 december 1962: € 543

Geboren vóór 1 januari 1963: € 2711

Geboren vóór 1 januari 1963: € 2711

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (met kind, voorwaarden lees je hier). Arbeidsinkomen tussen € 5073 en € 30.234

11,45% x het inkomen dat boven de € 5072 valt

5,963% x het inkomen dat boven de € 5072 valt

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (met kind, voorwaarden lees je hier). Arbeidsinkomen boven € 30.234

€ 2881

€ 1452

Ouderenkorting – (verzamel)inkomen vanaf € 0 tot € 37.373

Niet van toepassing

€ 1622

Ouderenkorting – (verzamel)inkomen vanaf € 37.373 tot € 48.186

Niet van toepassing

€ 1622 - (15% x het aandeel verzamelinkomen dat boven de € 37.372 valt)

Ouderenkorting – (verzamel)inkomen vanaf € 48.186

Niet van toepassing

€ 0

Alleenstaande ouderenkorting

Niet van toepassing

€ 436

Jonggehandicaptenkorting (Wajong)

€ 749

Niet van toepassing

Levensloopverlofkorting

Maximaal € 219 per gespaard jaar (levensloopregeling) tussen 2006 t/m 2011

Aftrek giften

Periodiek: Volledig aftrekbaar Eenmalig: Drempel van 1% / € 60, maximum van 10% drempelinkomen Culturele instellingen: Extra aftrek van 25%, tot max. € 1250

Kortingen voor groene beleggingen in Box 1 en Box 3 in 2020

Groene beleggingen worden door de overheid aangemoedigd. Met belastingvrijstelling in Box 3 en een korting in Box 1. De tarieven voor de vrijstellingen en kortingen groene beleggingen zijn in 2020 als volgt:

Maximale hoogte vrijstelling in Box 3

Maximale waarde vrijstelling in Box 3 (hoogste schijf)

Korting in Box 1

Maximale korting in Box 1

Maximale waarde korting in Box 1 (hoogste schijf)

Zonder fiscale partner

€ 59.477

€ 942

0,7% van het saldo; begrensd tot de vrijstelling in Box 3

€ 416

€ 206

Met fiscale partner

€ 118.954

€ 1884

0,7% van het saldo; begrensd tot de vrijstelling in Box 3

€ 832

€ 412

Erfbelasting en schenkbelasting in 2020

Bij de erfbelasting wordt de belastingdruk bepaald door de relatie tussen de schenkende partij (of overledene) en de verkrijger. Hiervoor hanteert de Belastingdienst drie tariefgroepen:

  • Tariefgroep 1: (levens)partners & kinderen
  • Tariefgroep 1A: kleinkinderen
  • Tariefgroep 2: overige verkrijgers

De belastingtarieven voor deze groepen zijn in 2020 als volgt:

Erfbelasting/schenkbelasting in 2020 – belastingtarieven naar tariefgroep

Deel vanaf … tot ...

Tariefgroep 1

Tariefgroep 1A

Tariefgroep 2

€ 0 - € 126.723

10%

18%

30%

€ 126.723 - ...

20%

36%

40%

Je hoeft in 2020 niet over de gehele erfenis belasting te betalen. Er gelden vrijstellingen voor verschillende verkrijgersgroepen. Alleen over het bedrag boven deze vrijstelling betaal je erfbelasting.

Erfbelasting in 2020 – vrijstellingen

Soort verkrijger

Vrijstelling in 2020

Echtgenoot, (geregistreerd/samenwonend) partner

€ 661.328

Kind, stiefkind, pleegkind, kleinkind

€ 20.946

Ziek/gehandicapt kind

€ 62.830

Ouder (niet verdubbeld indien beide ouders erven)

€ 49.603

Overige erfgenamen

€ 2208

Bij schenkingen gelden dezelfde belastingtarieven die je in de tabel boven de vorige tabel vindt. Maar er gelden wel andere vrijstellingen. Hieronder hebben we die nog voor je samengevat. Bij de vrijstellingen speelt niet alleen de relatie tussen de schenkende partij en de verkrijger een rol, maar ook het bestedingsdoel van de schenking en de leeftijd van de ontvanger.

Schenkbelasting in 2020 – jaarlijkse vrijstellingen

Van?

Aan?

Bestedingsdoel?

Jaarlijkse vrijstelling

Ouders

Kind

Speelt geen rol

€ 5515

Iedere relatie behalve ouder aan kind

Iedere relatie behalve ouder aan kind

Speelt geen rol

€ 2208

Schenkbelasting in 2020 – éénmalige verhoogde vrijstellingen

Van?

Aan?

Bestedingsdoel?

Vrijstelling

Ouders

Kind (moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, of de partner moet die leeftijd hebben)

Eigen keuze kind

€ 26.457

Ouders

Kind (moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, of de partner moet die leeftijd hebben)

Dure studie

€ 55.114

Ouders

Kind (moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, of de partner moet die leeftijd hebben)

Eigen koopwoning

€ 103.643

Alle overige schenkers aan alle overige ontvangers (ontvanger moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, of de partner moet die leeftijd hebben)

Alle overige schenkers aan alle overige ontvangers (ontvanger moet tussen de 18 en 40 jaar oud zijn, of de partner moet die leeftijd hebben)

Eigen koopwoning

€ 103.643

De bovenstaande vrijstellingen kunnen slechts één keer per schenker aan ontvanger toegepast worden. Een ontvanger kan de vrijstelling wel toepassen voor verschillende schenkers, zolang de bovenstaande vrijstelling niet overschreden wordt. Als de eenmalige hogere vrijstelling toegepast wordt, vervalt het recht op de jaarlijkse vrijstelling voor dat jaar.

Belasting in 2020 – belangrijkste verschillen met 2019

Hieronder vind je een beknopt overzicht van de belangrijkste wijzigingen in 2020 ten opzichte van 2019.

  • De algemene heffingskortingen werden met rond de 10% verhoogd, zowel voor AOW-ers als voor jongeren
  • Het eigenwoningforfait in Box 1 daalde licht (van 0,65% naar 0,60%)
  • De belasting op een aanmerkelijk belang in Box 2 werd licht verhoogd, met 1,25%
  • In Box 1 hanteert de Belastingdienst voor mensen onder de AOW-leeftijd nog slechts twee schijven
  • De belastingdruk op inkomen in schijf 2 (voormalig schijf 3) in Box 1 ging omlaag, van 51,57% naar 49,50%
  • De forfaitaire rendementen in Box 3 werden licht naar beneden toe bijgesteld

Verder heeft de regering heel veel kleine aanpassingen doorgevoerd. Dit gebeurt ieder jaar en is bedoeld als correctie voor de inflatie. Alle wijzigingen per 1 januari 2020 kun je in het jaarlijkse overzicht van de Belastingdienst doorlezen.

Belasting in 2020 – belangrijkste verschillen met 2021

Voor fiscaal jaar 2021 voerde de Belastingdienst ingrijpende wijzigingen door aan de Box- 3-belasting. Een opsomming van deze en andere aanpassingen vind je hieronder:

  • Ingrijpende wijziging aan de indeling van vermogens in Box 3. Het heffingsvrij vermogen werd verhoogd naar € 50.000 (per fiscale partner)
  • Kleine aanpassingen aan de overige schijven in Box 3
  • Verhoging van het belastingtarief op forfaitair rendement, van 30% naar 31%
  • Verhoging van het forfaitair rendement in alle drie schijven
  • Kleine verlaging van de inkomstenbelasting in schijf 1 (van 9,70% naar 9,45%)
  • Opnieuw een verhoging van de belasting in Box 2, van 26,25% naar 26,90%

Het gehele overzicht van de veranderingen vind je op de website van de Belastingdienst.