Wil je als grootouder(s) je kleinkinderen financieel ondersteunen? En denk je erover om een spaarrekening voor je kleinkind te openen? Ontdek hier welke mogelijkheden er zijn, welke (belasting)regels er gelden en bij welke bank je de hoogste spaarrente krijgt op een spaarrekening voor je kleinkind.
Als grootouder kun je een spaarrekening openen voor je kleinkind op naam van je kleinkind (met toestemming van eventuele ouder(s) of voogd(en)) of op je eigen naam.
Of en hoeveel belasting je betaalt, is onder andere afhankelijk van hoeveel geld je spaart voor je kleinkind en op wiens naam de rekening staat.
Je mag in 2025 € 2690 belastingvrij aan je kleinkind schenken, bijvoorbeeld door het op een spaarrekening op naam van het kleinkind te zetten.
Via Raisin kun je sparen voor je kleinkind bij banken in de EU tegen de beste rentes.
Een eerste kind kost ouders al snel 4 ton. En door de hoge inflatie van de laatste jaren, wordt het leven alsmaar duurder. Veel ouders beginnen dan ook al op tijd met sparen voor hun kind, om hen een fijn bedrag mee te kunnen geven als ze 18 jaar worden.
Ouders kunnen daarvoor een kinderspaarrekening openen of een zilvervloot spaarrekening, waarbij je een aantrekkelijke, variabele rente ontvangt en een bonus zodra het kind 18 jaar wordt. Maar ook voor grootouders zijn er mogelijkheden om te sparen voor hun kleinkind.
Als je wil sparen voor je kleinkind, kun je een rekening openen op naam van je kleinkind of de spaarrekening op je eigen naam laten staan. Bij beide opties komen regels, voordelen en nadelen kijken. De belangrijkste kenmerken op een rijtje:
Spaarrekening voor het kleinkind op naam van het kleinkind | Spaarrekening voor het kleinkind op naam van de grootouder(s) | |
---|---|---|
Eigendom | Het spaargeld wordt tot het kleinkind 18 jaar is, wettelijk beheerd door de ouder(s)/voogd(en) van het kind. Als grootouder kun je ook wettelijk beheerder zijn over het spaargeld dat jij op de rekening stort. | Het spaargeld is van de grootouder(s). |
Opname | Zolang het kind minderjarig is, kan de wettelijk beheerder zelfstandig tegoed opnemen. In principe komt het spaargeld vrij als het kleinkind 18 jaar is, maar dat kan opgerekt worden tot 30 jaar. | De grootouder kan spaargeld tussentijds opnemen en bepalen zelf wanneer het kleinkind het geld krijgt en hoeveel. |
Toestemming voor openen | Je hebt altijd toestemming van eventuele ouder(s) of voogd(en) nodig om een spaarrekening op naam van je kleinkind te openen. | Je hebt geen toestemming nodig om een spaarrekening voor je kleinkind te openen. |
Doel van het spaargeld | Het kleinkind mag zelf bepalen wat het met het spaargeld doet. Je kunt wel een schenkingsakte laten opstellen of schenken onder bewind. | De grootouder bepaalt wanneer het kleinkind het geld krijgt en/of wat er met het geld moet gebeuren. |
Schenkbelasting | Het kleinkind betaalt schenkbelasting boven een bepaald spaartegoed: in 2025 bedraagt de vrijstelling € 2690 per jaar. | Het kleinkind betaalt geen schenkbelasting. |
Vermogensrendementsheffing | De ouder(s) of voogd(en) van het kind betalen vermogensrendementsheffing als hun totale vermogen plus het spaargeld van het kind boven de € 57.684 (alleenstaande ouder) of € 115.368 (fiscaal partners) uitkomt. | De grootouder(s) van het kind betalen vermogensrendementsheffing als hun totale vermogen plus het spaargeld van het kind boven de € 57.684 (alleenstaande ouder) of € 115.368 (fiscaal partners) uitkomt. |
Erfbelasting | Het kleinkind betaalt geen erfbelasting. | Het kleinkind betaalt erfbelasting voor spaartegoeden boven de € 25.489 (in 2025). |
Welke regels van toepassing zijn, is vooral afhankelijk van of je de spaarrekening op je eigen naam zet, of die van het kleinkind. Hieronder leggen we uit met welke belastingen en toeslagen je te maken krijgt in beide situaties.
Als je een spaarrekening voor een kleinkind opent op je eigen naam, hoeft er geen schenkbelasting betaald te worden. Als je een spaarrekening opent op naam van het kleinkind, is dat wel verplicht. Het storten van een bedrag op een spaarrekening van iemand anders, wordt namelijk als schenking gezien.
In Nederland kun je elk jaar een bepaald bedrag belastingvrij schenken. Hoe hoog dat bedrag is, is afhankelijk van de relatie met de ontvanger. Zo mag je aan een kind een hoger bedrag belastingvrij schenken dan aan een kleinkind.
In 2025 mag je € 6713 belastingvrij schenken aan je kind en € 2690 belastingvrij schenken aan iemand anders. Een kleinkind valt hier ook onder. Stort je in 2025 meer dan € 2690 op een spaarrekening die op naam staat van je kleinkind? Dan moet er schenkbelasting worden betaald. |
Als beide grootouders nog leven en fiscaal partner zijn, mogen zij gezamenlijk één belastingvrije schenking van € 2658 doen. Zijn de grootouders gescheiden? Dan mogen beide grootouders € 26990 per persoon belastingvrij schenken aan hun kleinkind.
Voor bedragen boven de € 2690 en tot € 154.197 die je schenkt aan een kleinkind, moet er 18% schenkbelasting worden betaald. De ontvanger is verplicht om aangifte te doen van de schenking en betaalt meestal ook de schenkbelasting. Dat is financieel het meest gunstig.
Als grootouder(s) kun je er ook voor kiezen om als schenker de schenkbelasting te betalen. Wel betaal je dan extra belasting, omdat het betalen van de schenkbelasting voor je kleinkind ook weer als schenking wordt gezien.
Grootouders van Houten storten in 2025 € 5000 op de spaarrekening van hun 5-jarige kleinkind Mo. De spaarrekening staat op naam van Mo. Mo moet schenkbelasting betalen omdat de schenking van zijn grootouders meer is dan de belastingvrije schenking van € 2690 die grootouders jaarlijks aan een kleinkind (of ander persoon dan hun eigen kind) mogen doen. Over een bedrag van € 2310 betaalt Mo 18% schenkbelasting. Dat is € 415,80.
Als grootouders van Houten de schenkbelasting voor Mo willen betalen, dan kan dat. Zij betalen dan € 415,80 plus 18% extra schenkbelasting over dit bedrag. Zij betalen dan in totaal € 490,64 extra voor deze extra schenking aan Mo.
Grootouders Jansen storten in 2025 € 5000 op een spaarrekening voor hun 8-jarige kleinkind Eliza. De spaarrekening staat op naam van de grootouders. Eliza hoeft dus geen schenkbelasting te betalen, want de rekening staat niet op haar naam. Wel betalen grootouders Jansen mogelijk extra vermogensrendementsheffing, daarover later meer.
Of er vermogensrendementsbelasting betaald moet worden én wie het betaalt, is ook weer afhankelijk van op welke naam de spaarrekening staat.
Staat de spaarrekening op naam van het kleinkind, dan wordt het spaargeld dat op deze rekening staat opgeteld bij het vermogen van de ouders tot het kind 18 jaar wordt. Als het totale vermogen van een ouder in 2025 boven de € 57.684 uitkomt of € 115.368 voor fiscale partners, moet er vermogensrendementsheffing betaald worden.
In 2025 betaal je 36% belasting over het fictief rendement over je vermogen. In 2025 zijn die percentages als volgt vastgesteld:
Fictief rendement 2025 (voorlopig) | |
---|---|
Bank- en spaartegoeden | 1,44% |
Beleggingen | 5,88% |
Grootouders de Vries hebben een spaarrekening geopend voor hun 14-jarige kleinkind Joep. De spaarrekening staat op naam van Joep. In 2025 storten zij € 2500 op de spaarrekening van Joep. Omdat dit lager is dan de vrijstelling voor schenkbelasting van € 2690, hoeft er geen schenkbelasting betaald te worden.
Omdat Joep nog geen 18 is, wordt het spaartegoed op zijn spaarrekening bij het vermogen van Joeps ouders opgeteld. Op 1 januari 2025 staat er € 35.000 op Joeps spaarrekening. Joeps ouders zijn fiscaal partners en hebben zelf een bank- en spaartegoed van € 100.000 en hebben geen beleggingen. In totaal hebben zij dus een vermogen van € 135.000. Dat ligt € 19.318 boven het heffingsvrije vermogen van € 115.682 voor fiscale partners. Over 1,44% (het fictieve rendement over bank- en spaartegoeden) van € 19.318 betalen zij 36% vermogensrendementsheffing. Dat is +/- €100.
Grootouders de Wit hebben een spaarrekening geopend voor hun 10-jarige kleinkind Anna. Die spaarrekening staat op hun eigen naam. Anna’s ouders hoeven dus geen extra vermogensrendementsheffing te betalen voor de spaarrekening van hun dochter Anna.
Grootouders de Vries hebben zelf een spaarrekening van € 110.000 en geen beleggingen. Op de spaarrekening van Anna besluiten zij dit jaar € 2500 te storten, waardoor er geen schenkbelasting betaald hoeft te worden. In totaal staat er in 2025 € 20.000 op de spaarrekening van Anna. Maar omdat de spaarrekening op de naam van grootouders de Wit staat, wordt de € 20.000 bij hun vermogen opgeteld. Hun totale spaargeld (geen beleggingen) komt uit op € 130.000, wat € 14.362 boven het heffingsvrije vermogen ligt. Over het fictieve rendement van 1,44% van € 14.362 betalen zij 36% vermogensrendementsheffing. Dat is zo'n €74.
Als je een spaarrekening opent op naam van een kind, hoeft er geen erfbelasting betaald te worden als de grootouders komen te overlijden. De rekening staat immers op naam van het kind.
Als de spaarrekening op naam van de grootouders staat, moet het kind wel erfbelasting betalen zodra de grootouders komen te overlijden. Zodra het geld van de betreffende spaarrekening van de grootouders richting het kind gaat, wordt het immers als erfenis gezien.
In 2025 mag een kleinkind € 25.490 belastingvrij erven van grootouder(s). Is het bedrag op de spaarrekening hoger dan dat? Dan betaalt het kind 18% erfbelasting over bedragen tot € 154.197.
Als je een spaarrekening opent voor je kleinkind, kan dit gevolgen hebben voor toeslagen die de ouder(s) van het kind of jij als grootouder mogelijk ontvangen. Op 1 januari 2025 mocht je bijvoorbeeld niet meer dan € 37.395 aan vermogen hebben (of met een toeslagpartner € 74.790) om huurtoeslag te ontvangen.
Voor zorgtoeslag en kindgebonden budget is die vermogensgrens € 141.896 zonder toeslagpartner en € 179.429 met toeslagpartner.
Als de spaarrekening op je eigen naam staat, houd je als grootouders grip op het spaargeld. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen wanneer het geld naar het kleinkind gaat en hoeveel geld het kind krijgt. Ook kun je een schenkingsakte laten opstellen bij de notaris waarin is vastgelegd waar het geld voor gebruikt moet worden. Bijvoorbeeld voor een studie of de aankoop van een huis.
Als de spaarrekening op naam van het kleinkind staat, komt het spaargeld in principe vrij als het kleinkind 18 jaar wordt. Als er niets is vastgelegd, mag het kleinkind het geld vrij besteden. Maar je kunt ook in deze situatie een schenkingsakte opstellen waarin het doel van het spaargeld vastgelegd is.
Als je een leeftijd van 18 jaar te jong vindt, kun je ook kiezen voor schenken onder bewind. Je kunt de bewindvoering dan laten doorlopen tot een maximale leeftijd van 30 jaar. Alleen ouders kunnen zo’n spaarrekening voor hun kind openen bij een select aantal banken. Grootouders kunnen wel geld op deze spaarrekening storten en als bewindvoerder optreden. Een grootouder houdt zo controle over het spaargeld dat zij geschonken hebben en bepalen wanneer en hoeveel spaargeld het kind krijgt.
Bij Raisin kun je sparen voor je kleinkind tegen hoge, aantrekkelijke rentes. Een rekening voor je kleinkind open je bij Raisin op jouw eigen naam. Je kunt vervolgens spaarrekeningen openen bij tientallen banken in de EU, bijvoorbeeld voor elk kleinkind een eigen spaarrekening. Dit kunnen vrij opneembare spaarrekeningen zijn, waarbij je het geld op elk gewenst moment kunt opnemen en écht aan je kleinkind kan schenken.
Ook kun je het spaargeld voor langere tijd vastzetten op een deposito spaarrekening. Dat kan al vanaf drie maanden. Gedurende de looptijd van een deposito, ontvang je een vaste, aantrekkelijke rente die oploopt tot 2,66% per jaar.
De banken die bij Raisin zijn aangesloten, bieden hogere spaarrentes dan vrijwel alle banken in Nederland. Stel dat je in januari € 2500 op een spaarrekening voor je kleinkind zet, dan zijn de onderlinge verschillen (bij een gelijkblijvende spaarrente) na een jaar al goed zichtbaar:
Hoogste spaarrente | Inleg van € 2500 een jaar later | |
---|---|---|
Raisin | 2,71% | € 2567,75 |
Nederlandse grootbank | 1,70% | € 2542,50 |
Vooral bij sparen op de lange termijn, maakt de rente een groot verschil. Dat komt omdat je elk jaar rente-op-rente ontvangt. Het eerste jaar krijg je een bepaald percentage rente over jouw inleg, maar het jaar erop krijg je rente over jouw inleg plus de rente die je al hebt gekregen.
Stel dat je 18 jaar lang elk jaar € 2500 spaart voor je kleinkind, dan wordt het rente-op-rente verschil steeds zichtbaarder naarmate de tijd verstrijkt. Hoeveel geld je uiteindelijk voor je kleinkind kunt sparen, is dus ook sterk afhankelijk van de bank die je kiest en welke spaarrente daar geldt. We gaan in dit rekenvoorbeeld uit van een vaste jaarlijkse rente gedurende 18 jaar. In praktijk blijft de spaarrente niet zo lang hetzelfde en zal de rente gedurende deze periode stijgen en dalen.
Hieronder kun je goed zien hoe een jaarlijkse inleg van € 2500 zich ontwikkelt bij een jaarlijkse rente van 1,5% of 3,5%:
Jaarlijkse spaarrente | Na 5 jaar | Na 10 jaar | Na 15 jaar | Na 18 jaar | |
---|---|---|---|---|---|
Bank A | 1,5% | € 13.063 | € 28.091 | € 44.101 | € 52.509 |
Bank B | 3,5% | € 13.731 | € 31.785 | € 56.135 | € 68.150 |
Profiteer van hoge spaarrentes tot 2,66% per jaar op vrij opneembare spaarrekeningen en tot wel 3,40% per jaar op depositorekeningen, waar je je geld op vast kunt zetten voor een langere periode (al vanaf 3 maanden).