Kosten van levensonderhoud

van 2002 naar 2022

HomeSparen › Kosten van levensonderhoud 2022

Onderzoek: hoeveel zijn de kosten van levensonderhoud nu echt gestegen (of gedaald) in de afgelopen twintig jaar?

Het zal je niet ontgaan zijn: we zitten midden in een inflatiecrisis. De prijzen van onder andere huizen, benzine, energie en boodschappen rijzen de pan uit. Niet alleen wordt het voor huishoudens met middeninkomens steeds moeilijker om de rekeningen te blijven betalen, volgens het Nibud – Nationaal Instituut  voor Budgetvoorlichting – komt een derde van de huishoudens nauwelijks rond. Uit een recente berekening van het Nibud blijkt dat een gezin met een inkomen van twee keer modaal in juli 2022 ongeveer € 188 duurder uit was dan in januari 2021. Maar hoeveel zijn deze kosten gestegen ten opzichte van twintig jaar geleden? Hoeveel betalen we meer voor bijvoorbeeld boodschappen, een biertje, een bezoek aan de kapper en brandstof? Spaarplatform Raisin.nl zocht het uit en vergeleek de kostenstijging met de verhoging van het gemiddelde bruto-uurloon sinds 2002. Hebben we het financieel echt zoveel zwaarder dan twintig jaar geleden? 

Voor dit onderzoek zijn verschillende kosten in twee jaartallen in kaart gebracht: 2002 en 2022. Denk aan de gemiddelde kosten van boodschappen, een biertje, een kop koffie, brandstof, een retourvlucht naar Gran Canaria, een bezoek aan de kapper, een 1-uur durende rijles, een bioscoopkaartje en de entree van de Efteling. Daarnaast is het gemiddelde bruto-uurloon van 2002 gecorrigeerd voor inflatie om te kijken of we qua koopkracht hebben ingeleverd of toch beter af zijn dan we zelf denken.

Hoeveel zijn de boodschappen in prijs gestegen of gedaald sinds 2002?

Je leest het in het nieuws, je buurvrouw klaagt erover en je merkt het zelf aan de kassa: de boodschappen zijn duur, erg duur. In augustus 2022 was je gemiddeld 18,5 procent meer kwijt aan boodschappen dan elf maanden ervoor, zo blijkt uit onderzoek van marktonderzoeksbureau GfK. Sommige producten zijn net wat wat prijziger geworden dan anderen. Zo zijn brood, pasta en keukenpapier veel meer in prijs gestegen dan gemiddeld. Bananen, chocolade en schoonmaakartikelen daarentegen, zijn dan weer niet of nauwelijks duurder geworden. Deze prijsverhogingen worden mede veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne — denk aan de tekorten van verschillende producten zoals graan, en de stijging in transport — en energiekosten, maar ook de arbeidstekorten spelen een rol. Volgens GfK gaat deze stijging in ieder geval nog tot het najaar en wellicht zelfs de winter duren. De enorme stijgingen die we de afgelopen maanden hebben gezien – en die dus waarschijnlijk nog tot in het najaar doorgaan – zouden gelukkig wel tijdelijk moeten zijn. Maar hoe erg zijn de prijzen gestegen als we twintig jaar terug in de tijd gaan? Was vroeger alles goedkoper? Wij leggen de kassabon van 2002 naast die van 2022. 

Boodschappen in 2022 zijn ten opzichte van 2002 met 23,5 procent in prijs gestegen (zonder inflatiecorrectie). In 2002 betaalde je € 17,57 voor een kleine boodschap, en in 2022 betaal je voor dezelfde producten in totaal € 21,69. Producten die het meest in prijs zijn gestegen zijn margarine (+236,1%), aardappelen (+117,2%) en melk (+78,7%). Er zijn ten opzichte van twintig jaar geleden ook producten gedaald in prijs, namelijk witte rijst (-34,4%), bananen (-14,4%) en komkommers (-6,6%).

Hoeveel zijn de kosten van levensonderhoud gestegen of gedaald sinds 2002?

We hebben het gehad over de kosten van boodschappen, maar hoe zit het met de rest van het levensonderhoud? Hoeveel betalen we meer of minder voor entertainment, verzorging en vervoer? Wat verdienen we gemiddeld in 2022 om dit te bekostigen, en hoe zat dit twintig jaar geleden? Ook dit zocht Raisin uit.

Ga je de deur uit, dan betaal je tegenwoordig gemiddeld € 2,77 voor een biertje; twintig jaar terug rekende je € 1,54 af aan de bar. Een stijging van bijna 80 procent. De prijs van een kop koffie buiten de deur is ook flink in prijs gestegen. Daar waar je in 2002 nog genoeg had aan € 1,41 als je een kopje koffie wilde drinken, betaal je tegenwoordig bijna het dubbele (€ 2,70); dit is een stijging van 91,5 procent. Wil je dit jaar een retourvlucht boeken naar Gran Canaria, dan kost dat je ongeveer € 310. In 2002 betaalde je voor dezelfde vlucht met prijsvechter Air Berlin zo’n € 239. Tegenwoordig zijn die vliegtickets dus 29,7 procent duurder en staan de vliegtuigen van het failliete Air Berlin aan de grond. Eind augustus betaalde je voor een liter benzine om en nabij de € 2,05 (wat al ruwweg tien eurocent minder is dan je aan het begin van diezelfde maand betaalde). Dat de benzineprijs flink is gestegen in prijs mag duidelijk zijn, maar hoe zit dit ten opzichte van twintig jaar geleden? In 2002 betaalde je bijna een euro minder voor een liter (€ 1,14), een flinke stijging van 79,6 procent. Tank je diesel, dan is de prijsstijging nog hoger. In 2002 betaalde je nog € 0,79 per liter, twintig jaar later zie je de teller per liter met € 2,06 omhooggaan.  

Ga je dit jaar nog voor een nieuwe frisse coupe? Voor een bezoek aan de dameskapper betaal je gemiddeld € 37,78. De prijs is met 30,7 procent gestegenen ten opzichte van wat je in 2002 betaalde, namelijk € 28,90. Liever de realiteit ontsnappen met een film omdat je soms niet meer weet over welke crisis de mensen om je heen het nu weer hebben? Voor een bezoek aan de bioscoop betaal je tegenwoordig € 13. Twintig jaar geleden was dit € 8,10. De prijs van een bioscoopkaartje is dus met 60,5 procent gestegen. Met je gezin naar de Efteling wordt tegenwoordig al snel een flinke aanslag op je bankrekening. Per toegangskaartje betaal je € 41,67 (de gemiddelde prijs van alle seizoenen), voor het doorsnee gezin komt dit al snel neer op € 166 euro. En dan hebben we het nog niet gehad over de parkeerkosten, eten, drinken et cetera. In 2002 betaalde je € 21 voor de entree van het park, bijna de helft minder. De toegangsprijs is in de afgelopen twintig jaar dus met 98,4 procent gestegen. 

Autorijden is en blijft duur. Niet alleen is benzine enorm in prijs gestegen, het halen van een rijbewijs is er ook niet goedkoper op geworden. Een rijbewijs was altijd al een flinke kostenpost, maar wil jij of je kinderen leren autorijden, dan betaal je daar nu gemiddeld € 47,17 per uur voor, wat dus betekent dat je voor een rijbewijs (43,2 rijlessen) € 2.037,74 betaalt tegenover € 34,47 per uur in 2002 of € 1.489,10 om alle rijlessen (43,2) voor een gemiddeld rijbewijs te bekostigen 

Na het lezen over al deze prijsstijgingen heb je waarschijnlijk geen glimlach meer op je gezicht staan, en daarom is het goed om ook te kijken naar de inkomensstijging van de afgelopen twintig jaar. In 2022 is het gemiddeld bruto-uurloon € 24,42; in het jaar dat de euro werd geïntroduceerd in Nederland was dit gemiddeld € 17,24. Dit is een stijging van 41,6 procent. Een flinke stijging dus, maar is het genoeg om de torenhoge inflatie bij te benen?

De gemiddelde prijs van levensonderhoud in 2002 vergeleken met 2022

We zijn ook meer gaan verdienen… is alles echt duurder geworden? 

In de afgelopen twintig jaar bedroeg de ontwaarding van de euro ongeveer 53,4%. Gelukkig zijn we ook meer gaan verdienen, ongeveer 41,6% per uur meer om precies te zijn. Dit biedt een goede basis om eens te kijken naar wat er nu echt duurder geworden is, en wat we sneller kunnen kopen van het loon na een uurtje werken. Goed nieuws voor de dagelijkse boodschappen, maar slecht nieuws voor automobilisten en iedereen die van een uitje houdt: zo is de Efteling maar liefst 40% in relatieve prijs gestegen. Dan toch liever naar de kapper: zo spaar je ook de dure rit naar Kaatsheuvel.

Gemiddelde inkomen/kosten Stijging van 2002 tot 2022 Relatief duurder (+) of goedkoper (-) geworden
Boodschappen € 4,12 (+23,4%) -13%
Biertje € 1,23 (+79,9%) +27%
Kop koffie € 1,29 (+91,5%) +35%
Retourvlucht Düsseldorf–Gran Canaria € 71,00 (+29,7%) -8%
Benzine per liter € 0,91 (+79,6%) +27%
Diesel per liter € 1,27 (+160,9%) +84%
Dameskapper € 8,88 (+30,7%) -8%
Bioscoopkaartje € 4,90 (+60,5%) +13%
Toegangskaartje Efteling € 20,67 (+98,4%) +40%
Rijles (1 uur) € 12,70 (+36,8%) -3%
Aantal rijlessen tot slagen (43,2 uur) € 548,64 (+36,8%) -3%
Stijging gemiddeld uurloon € 7,18 (41,6%) ---

Eelco Habets, algemeen directeur van raisin.nl, concludeert het volgende naar aanleiding van het onderzoek:

‘De inflatiecrisis houdt ons al lange tijd bezig. Maand na maand lezen we het weer in het nieuws: “inflatie bereikt hoogtepunt”, “recordinflatie”, et cetera. Het leven voelt misschien wel veel duurder dan vroeger, als we naar de cijfers uit dit onderzoek kijken en inflatiecorrectie toepassen, is dit niet altijd het geval, zoals bij bijvoorbeeld de boodschappen. De afgelopen twintig jaar zijn de salarissen omhooggegaan en ook is de euro meer waard geworden, waardoor onze koopkracht is gestegen. Waarom voelt het nu dan ineens alsof rondkomen, laat staan sparen, veel lastiger is dan voorheen? Natuurlijk speelt inflatie hier een grote rol in, maar ook de hogere huurprijzen en hypotheken, waar een groot deel van ons inkomen naartoe gaat, zijn redenen waarom het nu voelt alsof je spaarrekening op pauze staat. Ook is de spaarrente die veel banken aanbieden nihil, waardoor je spaargeld verdampt door de inflatie. Investeer je geld daarom op verschillende manieren – en op manieren die vroeger gewoonweg nog niet bestonden. Denk aan bijvoorbeeld aan sparen bij banken elders in de EU waar de rentes veel hoger zijn dan in Nederland. Via Raisin.nl spaar je nu eenvoudiger dan ooit tegen vaste, hogere spaarrentes tot wel 2,50 procent per jaar.’

Methodologie

Voor dit onderzoek zijn verschillende gegevens uit meerdere bronnen verzameld om de kosten van levensonderhoud in 2002 te vergelijken met die in 2022. Raisin.nl heeft de gemiddelde kosten geanalyseerd van boodschappen, een kop koffie, een biertje, brandstof, een bezoek aan de dameskapper, een retourvlucht naar Gran Canaria, een bioscoopkaartje, een toegangskaartje voor de Efteling en autorijlessen. Deze prijsstijgingen en -dalingen zijn vergeleken met de stijging van het gemiddeld bruto-uurloon. Daarnaast is inflatiecorrectie toegepast als referentie. De totale kosten zijn vergeleken in cijfers en percentages, zodat inzichtelijk is hoeveel de prijzen de afgelopen twintig jaar zijn gestegen of gedaald in procenten, maar ook in euro’s.