Aangifte vermogensbelasting in 2023

Het volledige overzicht van Raisin

Home › Belasting › Vermogensbelasting 2023

Vóór 1 mei 2024 moest je aangifte doen over 2023. Naast de aangifte inkomensbelasting, de aangifte over de zogenaamde box 1, kan het ook zijn dat je een aangifte over je vermogen in moest dienen. Dit is het geval indien je vermogen boven de algemene heffingskorting – in 2023: € 57.000 (per fiscale partner) – valt. Op deze pagina leggen we uit hoe je hier te werk gaat.

In het kort
  • Vanaf fiscaal jaar 2023 (waarover je in 2024 aangifte doet) is alleen het zogenaamde overgangsstelsel box 3 van toepassing.

  • De Belastingdienst kijkt bij je aangifte naar de verdeling tussen spaargeld, beleggingen en overig vermogen en schulden, om zo de belasting vast te stellen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van een fictief rendement op de verschillende vermogenscategorieën.

  • In 2023 bedraagt de totale belasting op het aangenomen rendement op vermogen 32%. Vanaf 2024 gaat de belasting omhoog naar 36%.

Ben je benieuwd hoeveel spaartaks je moet gaan betalen over 2023? Of wil je weten hoe dit bedrag bepaald wordt? Dan ben je aan het juiste adres. Op deze pagina vind je een omvattend overzicht van alle belastingregels voor box 3 in 2023. Aan de hand van twee eenvoudige stappen laten we zien hoe de Belastingdienst jouw belastingaangifte verwerkt.

Box 3 in fiscaal jaar 2023 – rendement en belastingdruk

Box 3 in fiscaal jaar 2023
Beleggingen boven het heffingsvrij vermogen
Spaargeld boven het heffingsvrij vermogen

Aangenomen rendement

6,17%

0,92%

Totale belasting per € boven de grondslag

1,974%

0,294%

Stap 1 – je bezittingen en schulden in box 3

De eerste stap in het bepalen van de vermogensrendementsheffing in box 3 bestaat uit het bepalen van je bezittingen (belastbaar vermogen) in de twee verschillende vermogenscategorieën. Dit betreft overigens alleen de bezittingen in box 3. Niet al je bezittingen vallen in deze box, zo valt een eigen woning doorgaans in box 1. Ook roerende goederen zijn geen belastbare bezittingen in box 3. Een volledig overzicht van de bezittingen die je mee moet nemen vind je op deze website van de Belastingdienst.

  • Spaartegoeden: Hier geef je de spaartegoeden op die je aanhoudt bij zowel banken in Nederland als bij buitenlandse banken, zoals bijvoorbeeld via Raisin. De rente hoef je niet apart op te geven. Je rekent de waarde van alle tegoeden samen.
  • Overige bezittingen: In deze categorie valt al het andere vermogen dat in box 3 valt. Dit zijn beleggingen (behalve een aanmerkelijk belang), maar bijvoorbeeld ook de waarde van een tweede huis.


In een volgende stap wordt berekend hoeveel fictief rendement je gemiddeld behaald op je vermogen. Het aangenomen rendement op spaargeld, en dus de uiteindelijke belasting, bedraagt in 2023 slechts 0,92%. Het maakt niets uit hoeveel rente je ook daadwerkelijk behaald hebt. Het aangenomen rendement op overig vermogen bedraagt 6,17%.

Van dit vermogen mag je vervolgens je schulden aftrekken. Hiermee verlaag je zowel het gemiddelde rendement op vermogen (minus 2,46%), en het totale vermogen boven de vrijstelling(en). Dit betreft alleen de schulden die boven de schuldendrempel vallen. De schuldendrempel bedraagt in 2023 € 3400, of € 6600 voor fiscale partners. Benieuwd welke schulden je mee mag nemen? Dat kun je nalezen in ons artikel over schulden in box 3.

Goed om te weten: de peildatum voor de spaartaks voor de aangifte vermogensbelasting 2023 is 1 januari 2023. Je geeft dus je spaarvermogen en bezittingen op 1 januari 2023 op. Alleen voor een (tweede) woning in box 3 geldt een andere datum: 1 januari 2022.

Stap 2 – hoe hoog is het heffingsvrij vermogen in 2023?

In stap 1 bereken je dus uit hoeveel vermogen je hebt en geef je aan in welke categorieën dit vermogen valt. Hier wordt vervolgens de vrijstelling van afgetrokken, het zogenaamde heffingsvrij vermogen. Dit gaat overigens automatisch.

In 2023 bedraagt het heffingsvrij vermogen € 57.000. Fiscale partners mogen maar liefst het dubbele aftrekken van de belasting, € 114.000. Na aftrek van het heffingsvrij vermogen blijf je over met de grondslag sparen en beleggen voor 2023.

Stap 3 – berekening rendement op spaargeld en beleggen in 2023

Allereerst wordt je totale vermogen berekend, na aftrek van de schulden boven de schuldendrempel. Vervolgens wordt het gemiddelde behaalde fictieve rendement berekend. Hieronder een voorbeeld van hoe dat eruit kan zien bij een alleenstaand persoon met een vermogen van € 100.000 in spaargeld, € 100.000 in beleggingen en € 50.000 in schulden boven de schuldendrempel:

Totale vermogen = spaargeld + beleggingen – schulden boven de schuldendrempel = € 100.000 + € 100.000 – € 50.000 = € 150.000

Belastbaar rendement = rendement op spaargeld + rendement op beleggingen – negatief rendement op schulden boven de schuldendrempel = (€ 100.000 * 0,92%) + (€ 100.000 * 6,17%) – (€ 50.000 * 2,46%) = € 5860

Gemiddeld rendement = rendement / totale vermogen = € 5860 / € 150.000 = 3,907%

Grondslag sparen en beleggen = totale vermogen – heffingsvrij vermogen = € 150.000 – € 57.000 = € 93.000

Voordeel uit sparen en beleggen = grondslag * gemiddeld rendement = € 93.000 * 3,907% = € 3634

Belasting op sparen en beleggen = voordeel * belastingtarief = € 3634 * 32% = € 1163

Sparen met Raisin

N.B.: De informatie/instructies op deze pagina zijn met grote zorg samengesteld. Wij wijzen je er echter op dat Raisin niet aansprakelijk is voor de juistheid van de informatie/instructies en je kunt aan deze informatie/instructies geen rechten ontlenen. Wij herinneren je eraan dat Raisin op geen enkele wijze fiscaal advies geeft. Houd er rekening mee dat de specifieke fiscale behandeling afhankelijk is van je persoonlijke omstandigheden en dat deze zich in de toekomst kan wijzigingen. Voor vragen over specifieke belastingkwesties kun je contact opnemen met je belastingadviseur of de website van de Belastingdienst raadplegen: www.belastingdienst.nl.