Nederlandse spaarder staat nóg sterker onder druk dan andere Europeanen

Publicatiedatum: 6 september 2022

Home > Raisin Insights > Nederlandse spaarder onder druk

De rentes beginnen eindelijk aan te trekken. Vooral spaarders die hun geld nu minstens een jaar lang opzij zetten in een spaardeposito profiteren flink. Ondanks dat sparen essentieel blijft voor een goede financiële gezondheid, levert het niet voldoende ademruimte op. Vanochtend werd bekend dat de inflatie afgelopen maand namelijk gestegen is naar 12%. Naast directe gevolgen zoals de koopkrachtcrisis, zorgt de inflatie dus ook voor een ‘spaarspagaat’ – die sinds het einde van de negatieve rentes nog onderbelicht blijft.

In een directe vergelijking van de vijf grootste economieën van de EU plus België, lijden Nederlanders de grootste waardeverliezen op hun spaargeld. Dat blijkt uit een onderzoek van platform voor spaarrekeningen Raisin.nl.

Vrij opneembaar spaargeld overal laag

Als we de gemiddelde spaarrentes die Nederlandse banken op dagelijks opvraagbare spaarrekeningen bieden vergelijken met Duitse, Spaanse en Franse (groot)banken, hebben spaarders het overal zwaar te verduren, maar komt men er in Nederland net wat slechter vanaf. Vrijwel alle Nederlandse banken bieden tot oktober nog altijd een negatieve of nulrente op vrij opneembaar spaargeld.

De ‘hoogste’ variabele rente ontvangen de Italianen, met gemiddeld 0,03% per jaar. Om dit in context te plaatsen: dat is een schamele € 3 rente per € 10.000 per jaar en dus volledig verwaarloosbaar. Nederlanders met een spaarpot van € 10.000 leveren echter  € 2 per jaar in!

 

Uitzonderingen bij onze zuiderburen

Een uitzondering zijn spaarders in Frankrijk en België. Fransen profiteren van een speciaal spaarproduct met fiscale ondersteuning door de Franse overheid: de Livret A. Sinds 1 augustus dit jaar bedraagt de rente op deze rekening maar liefst 2% p.j. De Livret A heeft een fiscaal karakter en is begrensd op € 22.950 per persoon – daarom is dit product niet meegenomen in de berekening van de gemiddelde spaarrentes.

In België kennen ze ook een spaarvorm die ons vreemd is: een gereglementeerde spaarrekening met twee rentes. De Belgen genieten namelijk van een minimumrente van 0,01% op gereglementeerde spaarrekeningen en een verplichte getrouwheidspremie van 0,10% na een jaar op het geld dat je voor die periode laat staan, maar ook hier drukken de negatieve rentes van andere (niet-gereglementeerde) spaarproducten nog altijd het gemiddelde.

Nederlandse rentes op termijndeposito’s gemiddeld

Een vergelijking van de rentes op alle uitstaande termijndeposito’s tussen de verschillende EU-landen legt grote verschillen bloot. De hoogste rente ontvangen spaarders in Frankrijk; ook in Nederland valt de rente bovengemiddeld hoog uit: dit is voor een deel te verklaren door de speciale bouwdeposito’s en dus blijft de vraag hoeveel de gemiddelde spaarder hiervan kan profiteren.

De rentes op nieuwe termijndeposito’s zitten ondertussen sterk in de lift, hetgeen voor enige verlichting kan zorgen in de komende jaren.

Spaarrentes op jaarbasis per land in juli 2022

Vrij opneembaar sparen
Deposito sparen
België
-0,01%
1,06%
Duitsland
0,00%
0,76%
Spanje
0,02%
0,04%
Frankrijk
0,01%
2,16%
Italië
0,03%
1,03%
Nederland
-0,02%
1,58%

Inflatie zo hoog dat spaarrentes
nauwelijks verschil maken

Nederland heeft een van de hoogste inflaties van de EU, en de hoogste inflatie van alle EU-landen in West- en Zuid-Europa. In augustus steeg de inflatie volgens de Europese rekenmethode tot ongekende hoogtes – naar 13,6% p.j.

En zo kan het zijn dat Nederlandse spaarders, ondanks met andere EU-landen vergelijkbare rentes, veruit de grootste geldwaardeverliezen lijden.

Inflatie en geldwaardeverlies in augustus 2022

Inflatie
Verlies op vrij opneembaar sparen
Verlies op deposito sparen
België
10,50%
-10,51%
-9,44%
Duitsland
8,80%
-8,80%
-8,04%
Spanje
10,30%
-10,28%
-10,26%
Frankrijk
6,50%
-6,49%*
-4,34%
Italië
9,00%
-8,97%
-7,97%
Nederland
13,60%
-13,62%
-12,02%

* Zonder Livret A

 

Omgerekend naar absolute bedragen, verliest de Nederlander met een gemiddelde rente per € 10.000 meer dan € 1350 per jaar op vrij opneembaar sparen, en meer dan € 1200 per jaar op een termijndeposito. Met gemiddelde banktegoeden van bijna € 32.000 per Nederlander zijn enorme waardeverliezen voor de samenleving niet te vermijden.

Geldwaardeverlies per € 10.000
in de afgelopen 12 maanden (augustus)

Vrij opneembaar sparen
Deposito sparen
België
-€ 1051
-€ 944
Duitsland
-€ 880
-€ 804
Spanje
-€ 1028
-€ 1026
Frankrijk (met Livret A)
-€ 649 (-€ 449)
-€ 434
Italië
-€ 897
-€ 797
Nederland
-€ 1362
-€ 1202

“Inflatie moet omlaag, rentes moeten verder omhoog”

Eelco Habets, algemeen directeur van Raisin.nl, ziet de ontwikkelingen met lede ogen aan.

“Tegen deze inflatie valt niet op te sparen. Het is voor spaarders dan ook positief dat het erop lijkt dat de ECB binnenkort de belangrijke depositorente verder gaat verhogen. Zodra de inflatie stabiliseert zullen spaarders dan op z’n minst op spaardeposito’s geen verliezen meer lijden.

“Nederlandse banken blijven voorlopig nog nulrentes bieden op vrij opneembaar sparen, maar kunnen zich niet langer verschuilen achter negatieve rentes. Ondertussen behalen ze onder andere met Nederlands spaargeld recordwinsten. Dat is wrang. Zodra de inflatie weer omlaag gaat, is het belangrijk dat sparen er niet alleen maar voor zorgt dat geld niet minder waard wordt, maar moet sparen ook wel geld opleveren. Hiervoor zijn internationale concurrentie en actieve spaarders nodig.”

Methodologie

Inflatiecijfers

De inflatiecijfers voor de maand augustus zijn gebaseerd op gefundeerde, voorlopige schattingen van de Europese Centrale Bank. De ECB hanteert een iets andere berekening van de inflatie (Geharmoniseerde Index Consumentenprijzen – HICP), waardoor deze inflatiecijfers soms niet overeenkomen met de cijfers die gepubliceerd worden door het CBS (Consumentenprijsindex – CPI).

De statistische bureaus van ieder land hanteren een andere methode om inflatie te meten en daardoor zijn deze cijfers onderling niet goed vergelijkbaar. Daarom biedt de HICP uitkomst. Verschillen tussen de HICP en CPI worden voornamelijk verklaard door de goederen en diensten waarom de indices gebaseerd zijn. Een voorbeeld hiervan is dat de CPI een inschatting van de kosten voor het wonen in een eigen woning meeneemt (d.m.v een toegerekende huursom), en dit ontbreekt in de HICP.

Rentecijfers

De rentegegevens voor Nederland zijn afkomstig van De Nederlandsche Bank (DNB). De gegevens voor de vergelijking met andere EU-landen van het Statistische Gegevenswarenhuis van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB kent een vertraging van een maand bij het bepalen van de rentecijfers; daarom zijn voor alle landen de cijfers van juli genomen.