Vanaf welk bedrag kun je rentenieren? Zo reken je het uit

Steeds meer mensen dromen ervan: stoppen met werken en leven van de rente die je ontvangt op je vermogen. Maar wat betekent rentenieren precies, hoeveel geld heb je nodig, en vanaf welke leeftijd is rentenieren realistisch? In dit artikel lees je alles over de betekenis van rentenieren, waar je op moet letten en hoe je eenvoudig berekent of (en wanneer) rentenieren voor jou haalbaar is.

HomePensioen › Rentenieren

Wat is rentenieren?

Rentenieren betekent dat je kunt leven van het rendement op je vermogen, zonder dat je daarvoor nog hoeft te werken.

Je inkomen bestaat uit de rente, dividend en/of koerswinst die je ontvangt over je spaargeld, beleggingen of vastgoed. In Nederland is rentenieren vooral populair onder mensen die eerder willen stoppen met werken of meedoen aan de FIRE-beweging en financiële onafhankelijkheid nastreven.

Waar moet je op letten als je wilt rentenieren?

Rentenieren klinkt aantrekkelijk, maar er zijn een paar belangrijke zaken om rekening mee te houden:

  • Levensverwachting: Hoe ouder je wordt, hoe langer je vermogen moet meegaan.

  • Inflatie: De koopkracht van je geld neemt af door inflatie. Houd hier rekening mee in je berekeningen.

  • Rendement: Het rendement op spaargeld en beleggingen is onzeker en kan fluctueren.

  • Belasting: Je betaalt belasting over je vermogen (box 3).

  • Uitgavenpatroon: Hoeveel heb je maandelijks écht nodig om comfortabel te leven?

Hoeveel geld heb je nodig om te rentenieren?

De hamvraag: hoeveel geld heb je nodig om te rentenieren? Dit hangt af van je gewenste maandelijkse uitgaven, het (verwachte) rendement op je vermogen en de periode waarin je wilt rentenieren.

Vuistregel: 25x je jaaruitgaven

Een veelgebruikte vuistregel is dat je minimaal 25 keer je jaarlijkse uitgaven als vermogen nodig hebt. Dit is ook de vuistregel die veel aanhangers van de FIRE-beweging hanteren. Je gaat er bij deze formule vanuit dat je vermogen gemiddeld 4% rendement per jaar oplevert, waar je dus volledig van wil leven.

Wil je bijvoorbeeld € 3000 per maand te besteden hebben (€ 36.000 per jaar), dan heb je dus € 36.000 x 25 = € 900.000 nodig. 

Echter wordt hier nog geen rekening gehouden met de jaarlijkse inflatie van gemiddeld zo’n 2% per jaar.

Rentenieren en koopkracht behouden

Om een realistisch beeld te scheppen over wanneer je kunt leven van het rendement op je vermogen, is het belangrijk om rekening te houden met de inflatie. Door de inflatie mee te nemen in je berekeningen, zorg je ervoor dat je je koopkracht behoudt.

  • Zonder inflatiecorrectie: 25x je jaaruitgaven (bij 4% rendement)

  • Met 2% inflatiecorrectie: 50x je jaaruitgaven (bij 4% rendement en 2% inflatie)

Wil je je huidige koopkracht van € 3000 (oftewel € 36.000 per jaar) behouden en volledig leven van je rendement? Dan heb je dus € 36.000 x 50 = minimaal € 1.800.000 aan vermogen nodig.

Wel is het zo dat in jaren van hoge inflatie de rendementen op de beurs historisch gezien vaak ook hoger liggen. Dit betekent dat het verwachte rendement die jaren hoger kan uitvallen — al blijft dit uiteraard onzeker richting de toekomst.

Rentenieren en vermogensbelasting

Als je vermogen boven de heffingsvrije grens komt (voor fiscaal jaar 2025 is die vastgesteld op € 57.684 of € 115.368 voor fiscale partners) dan moet je vermogensrendementsheffing betalen.

Hoeveel belasting je moet betalen, is afhankelijk van hoe je vermogen is opgebouwd. Over spaargeld betaal je relatief minder belasting dan over beleggingen, omdat het fictieve rendement op spaargeld lager is dan over je belegde vermogen in bijvoorbeeld aandelen of vastgoed.

Wat betekent dit concreet?

Stel, je hebt € 1.800.000 volledig belegd. Dan rekent de Belastingdienst in fiscaal jaar 2025 met een fictief rendement van 5,88%, oftewel € 105.840 per jaar. Over dit bedrag betaal je 36% belasting: dat is € 38.102 per jaar. 

Als je de vermogensbelasting ook wil kunnen financieren uit je rendement, moet je dit bedrag dus optellen bij je jaarlijkse uitgaven van € 36.000.

Heb je een mix van spaargeld en beleggingen, dan ligt het gemiddelde fictieve rendement lager, maar de belastingdruk blijft er. Hierdoor heb je in werkelijkheid meer vermogen nodig dan de simpele vuistregel aangeeft, zeker als je je koopkracht wilt behouden én de belasting wilt kunnen betalen.

Rentenieren met € 500.000 of € 1.000.000

  • Met € 500.000 kun je, bij een rendement van 4% en zonder het vermogen aan te spreken, ongeveer € 20.000 per jaar opnemen (€ 1667 per maand). 
  • Met een vermogen van € 1.000.000 kun je (bij een rendement van 4%) € 40.000 per jaar opnemen, oftewel € 3333 per maand. Je vermogen zelf blijft dan onaangetast.

Bereken wanneer je kunt rentenieren

1. Bepaal je jaarlijkse uitgaven

Schrijf op hoeveel je per jaar wilt uitgeven als je niet meer werkt. Bijvoorbeeld: je wilt € 3000 per maand besteden, dus € 36.000 per jaar.

2. Corrigeer voor inflatie

Gebruik de aangepaste vuistregel: deel je toekomstige jaarlijkse uitgaven door het verwachte reële rendement (rendement minus inflatie). Stel: je verwacht 4% rendement en 2% inflatie, dan is je reëel rendement 2%. Je hebt dus 50 keer je jaarlijkse uitgaven nodig.

Rekenvoorbeeld: Als je op dit moment € 36.000 uitgeeft en je koopkracht wil behouden, dan heb je dus 50 x € 36.000 = € 1.800.000 nodig om de komende jaren van 4% rendement per jaar te kunnen leven, zonder je vermogen aan te spreken.

3. Houd rekening met vermogensbelasting

In 2025 betaal je over je vermogen in box 3 belasting op basis van een fictief rendement: 1,44% over spaargeld en 5,88% over beleggingen. Over het berekende rendement betaal je 36% belasting. Dit betekent dat je jaarlijks een deel van je rendement kwijt bent aan belasting, waardoor je óf meer rendement moet maken, óf meer vermogen moet opbouwen.

Stoppen met werken en rentenieren: is het haalbaar?

Of rentenieren voor jou haalbaar is, hangt af van je vermogen, uitgaven en wensen. Sommige mensen kiezen ervoor om één of een aantal jaar voor hun AOW-leeftijd te stoppen met werken en te rentenieren, maar eerder kan ook als je voldoende vermogen hebt opgebouwd. 

De RVU-regeling kan ook een mooie aanvulling zijn. Deze regeling is bedoeld voor oudere werknemers: zij ontvangen een ontslagvergoeding en kunnen daardoor eerder stoppen met werken.  

Deze uitkering is in 2025 maximaal € 2273 bruto per maand, wat ongeveer gelijk is aan een netto AOW-uitkering voor alleenstaanden.

Rentenieren op het platteland

Veel mensen kiezen ervoor om te rentenieren op het platteland, omdat de kosten van levensonderhoud daar vaak lager zijn dan in de stad. Hierdoor heb je minder vermogen nodig om comfortabel te leven. Denk aan lagere woonlasten, minder uitgaven aan luxe en meer zelfvoorzienend leven.

Rentenieren in het buitenland

Rentenieren in het buitenland spreekt ook veel Nederlanders aan, vooral vanwege het vaak lagere prijsniveau, het gunstigere klimaat en aantrekkelijke fiscale regelingen

Populaire bestemmingen zijn bijvoorbeeld Spanje, Portugal en Malta. Malta biedt zelfs een speciaal Residence Programme voor vermogende buitenlanders, waarmee je kunt profiteren van een vlaktaks van 15% op buitenlandse inkomsten die je naar Malta overmaakt, en belastingvrijstelling voor buitenlandse inkomsten die je niet naar Malta haalt. Dit maakt het fiscaal bijzonder aantrekkelijk voor renteniers met een aanzienlijk vermogen.

Toch zijn er ook aandachtspunten. Denk aan het regelen van verblijfsvergunningen, het verschil in gezondheidszorg, en het opbouwen van een nieuw sociaal netwerk

Ook moet je goed letten op de fiscale gevolgen, zowel in Nederland als in het nieuwe woonland. Sommige landen heffen geen vermogensbelasting, terwijl je in andere landen juist weer meer belasting betaalt over je vermogen of inkomen. 

Ook word je in Nederland gekort op je AOW-uitkering voor elk jaar dat je niet in Nederland woont.