Kerninflatie is een begrip dat je ongetwijfeld regelmatig voorbij ziet komen in het nieuws, zeker als het gaat over het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en de ontwikkeling van de economie. Maar wat betekent kerninflatie precies, en wat is het verschil met de consumentenprijsindex (CPI)?
Home > Kennisbank > Kerninflatie
Kerninflatie is de inflatie zonder de prijsontwikkelingen van energie en voedsel.
Dit cijfer geeft een beter beeld van de onderliggende prijsontwikkelingen dan de reguliere CPI, omdat prijzen van energie en voedsel vaak sterk fluctueren.
De ECB gebruikt kerninflatie als belangrijke graadmeter voor haar rentebeleid.
In Nederland is de kerninflatie de afgelopen tijd duidelijk lager dan de totale inflatie, vooral door dalende energieprijzen.
Kerninflatie is een maatstaf voor de prijsstijgingen van goederen en diensten, waarbij de prijzen van energie en voedsel buiten beschouwing worden gelaten. Deze twee categorieën zijn namelijk erg gevoelig voor fluctuaties, waardoor ze de inflatiecijfers flink kunnen vertekenen.
Door deze uit te sluiten, krijg je een zuiverder beeld van de structurele prijsontwikkelingen in een economie.
De consumentenprijsindex (CPI) is internationaal de meest gebruikelijke maatstaf om inflatie uit te drukken. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat maandelijks de inflatiecijfers van Nederland publiceert, gebruikt CPI als maatstaf.
Het begrip kerninflatie wordt niet gebruikt door CBS, omdat “er internationaal verschillend gedacht wordt over het begrip kerninflatie”, aldus het CBS.
De CPI meet de prijsontwikkeling van een breed pakket aan goederen en diensten, inclusief energie en voedsel. Het grote verschil is dus dat de CPI alle prijsbewegingen meet, terwijl kerninflatie zich richt op de meer stabiele prijscomponenten zonder energie en voedsel.
CPI | Inflatie inclusief prijsontwikkelingen van energie en voedsel |
Kerninflatie | Inflatie exclusief prijsontwikkelingen van energie en voedsel |
De Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt kerninflatie als één van de belangrijkste indicatoren voor haar rentebeleid.
Energie- en voedselprijzen kunnen op korte termijn sterk fluctueren door geopolitieke spanningen, mislukte oogsten of andere externe factoren. Door naar kerninflatie te kijken, kan de ECB beter inschatten of de prijsstijgingen structureel zijn en of het nodig is om de depositorente aan te passen.
Niet alleen de ECB, maar ook de Amerikaanse centrale bank (de Federal Reserve, of FED) kijkt nauwlettend naar de kerninflatie. De FED gebruikt deze indicator om te bepalen of prijsstijgingen breed gedragen zijn in de economie, of vooral het gevolg zijn van tijdelijke schokken in bijvoorbeeld energie- of voedselprijzen.
Net als de ECB wil de FED voorkomen dat ze haar rentebeleid baseert op kortstondige prijspieken of -dalingen. Door te focussen op de kerninflatie kan de FED beter inschatten of de inflatie in de VS daadwerkelijk structureel toeneemt en of het nodig is om de beleidsrente aan te passen.
Zo blijft het beleid gericht op het waarborgen van prijsstabiliteit op de langere termijn, zonder te reageren op elke tijdelijke schok in de markt.
Het Centraal Plan Bureau (CPB) geeft in het Centraal Economisch Plan voor 2025 aan dat de kerninflatie nog een aantal jaren hoger blijft dan normaal.
Ondanks dat de kerninflatie hoger blijft, is de kerninflatie in 2024 en 2025 wel afgenomen, na de enorme piek in 2022 door de hoge energieprijzen. Prijzen van energie zijn inmiddels gestabiliseerd of zelfs gedaald, terwijl de prijzen van andere goederen en diensten minder hard stijgen.
Jaar | CPI | Kerninflatie |
---|---|---|
2025 | 3,7% (voorlopig) | 3,0% (voorlopig) |
2024 | 3,4% | 3,0% |
2023 | 3,9% | 6,2% |
2022 | 10,0% | 3,8% |
2021 | 2,7% | 1,8% |
2020 | 1,3% | 1,7% |
2019 | 2,6% | 1,6% |
2018 | 1,7% | 1,3% |
2017 | 1,4% | 1,0% |
2016 | 0,3% | 0,7% |
2015 | 0,6% | 0,7% |
Voor spaarders is kerninflatie een belangrijke maatstaf, omdat het een stabieler beeld geeft van de structurele prijsstijgingen in de Nederlandse economie. Bovendien is kerninflatie een belangrijke graadmeter voor het rentebeleid van de ECB, wat ook direct van invloed is op de spaarrente die je ontvangt op je spaarrekening.
Als de (kern)inflatie langdurig hoger is dan de rente die je op je spaarrekening ontvangt, neemt de koopkracht van je spaargeld af: je kunt met hetzelfde bedrag steeds minder kopen. Stel dat de inflatie 3% is en je spaarrente 1%, dan verlies je jaarlijks 2% aan koopkracht. Op € 10.000 spaargeld betekent dat een waardeverlies van € 200 per jaar.
Zeker als je spaargeld jarenlang op de bank blijft staan, kan dit flink oplopen.
Om het waardeverlies van je spaargeld tegen te gaan, is het verstandig om regelmatig spaarrentes te vergelijken en spaargeld (deels) over te hevelen naar een spaarrekening met hogere spaarrentes. Ook kan het interessant zijn om je geld voor langere tijd vast te zetten op een spaardeposito, waar de spaarrentes vast staan en doorgaans hoger liggen dan op een vrij opneembare spaarrekening.
Bij Raisin spaar je bij meer dan 50 partnerbanken in Europa tegen aantrekkelijke rentes tot wel 3,00% per jaar. Je spaargeld is, net als in Nederland, veilig tot € 100.000 per bank per rekeninghouder, door het nationale depositogarantiestelsel in het land waar je spaart. Een Raisin-account openen is helemaal gratis.
Na het openen van je account kun je onbeperkt spaarrekeningen en spaardeposito's openen en profiteren van hoge spaarrentes.