Leven van spaargeld: hoe lang kun je zonder inkomen rondkomen?

Steeds meer mensen vragen zich af: hoe lang kan ik leven van mijn geld als ik stop met werken of tijdelijk geen inkomen heb? Of je nu een erfenis ontvangt, dicht bij je pensioen zit of bewust kiest voor een sabbatical, leven van spaargeld is een reële optie voor wie geen inkomen maar wel vermogen heeft. In dit artikel lees je wat erbij komt kijken, welke factoren bepalend zijn en hoe je met slimme strategieën je spaargeld langer laat meegaan.

Home > Financieel onafhankelijk > Leven van spaargeld

In het kort
  • De hoeveelheid spaargeld, je uitgavenpatroon en de rente op je spaargeld bepalen hoe lang je zonder inkomen kunt leven.

  • Inflatie en kosten van levensonderhoud zijn cruciaal voor het inschatten van je financiële ademruimte.

  • Diversificatie (zoals beleggingen naast spaargeld) en slimme spaarstrategieën verlengen de periode dat je rondkomt zonder inkomen.

Wat betekent leven van spaargeld?

Leven van spaargeld houdt in dat je je uitgaven betaalt uit je opgebouwde vermogen op een spaarrekening, zonder nog actief inkomen uit werk te halen. Dit is een realistisch scenario voor mensen die bijvoorbeeld: 

Bereken hoe lang je kunt leven van je spaargeld

Stap 1: Bekijk hoeveel spaargeld je hebt

Hoe meer spaargeld je hebt, hoe langer je in principe zonder inkomen kunt leven. Maar hoe lang dat precies is, is volledig afhankelijk van hoeveel je maandelijks uitgeeft.Want ook al heb je € 100.000 spaargeld, als je maandelijkse uitgaven € 10.000 bedragen, dan kun je dus ‘maar’ tien maanden vooruit met je spaargeld.

Stap 2. Breng huidige kosten van levensonderhoud in kaart

Je uitgavenpatroon is dus minstens zo belangrijk. Wie soberder leeft, kan langer vooruit. 

Volgens de 50/30/20 regel zou 50% van je netto-inkomen aan vaste lasten besteed moeten worden, 30% aan persoonlijke keuzes en 20% moet overblijven om te sparen en/of beleggen.

Mensen die financieel onafhankelijk willen worden en straks echt willen leven van hun vermogen, streven vaak een extremere verhouding na, waarbij ze nu hun vaste lasten en kosten voor persoonlijke keuzes zo laag mogelijk willen houden en bijvoorbeeld minimaal 50% van hun netto-inkomen willen sparen en/of beleggen.

Stap 3. Houd rekening met inflatie in je berekeningen

Inflatie zorgt ervoor dat je geld elk jaar minder waard wordt. Er wordt gestreefd naar een jaarlijks inflatiepercentage van 2% om de economie gezond te houden, maar de afgelopen jaren lag de inflatie steevast hoger. 

Ook in 2025 ligt de inflatie in Nederland naar verwachting nog steeds boven de 3%. Houd dus zeker rekening met (hoge) inflatie in je berekeningen.

Rekenvoorbeeld: Stel, je betaalt nu € 2500 per maand aan vaste lasten en persoonlijke keuzes. Je wil berekenen wat je nodig hebt om over vijf jaar dezelfde koopkracht als nu te behouden. 

Benodigd bedrag = Huidig bedrag × (1+inflatie) ^ aantal jarenIn het geval van dit rekenvoorbeeld: € 2500 × (1+0,035) ^ 5 = € 2969.

Door inflatie heb je over vijf jaar voor dezelfde uitgaven € 2969 nodig om hetzelfde te kunnen kopen als nu.

Stap 4. Kijk naar mogelijke veranderingen in uitgaven

Naast inflatie kunnen je uitgaven in de toekomst veranderen door gebeurtenissen in je leven. 

Over een aantal jaar heb je misschien wel je hypotheek helemaal afgelost. De kostenpost voor woonlasten gaat dan flink omlaag in de toekomst.En als je kinderen in de toekomst uit huis gaan, kun je misschien kleiner gaan wonen en bespaar je op woonlasten, maar je krijgt mogelijk hogere zorgkosten of wilt meer besteden aan hobby’s en reizen

Houd daarom rekening met dit soort veranderingen in je begroting. Door vooruit te denken over je toekomstige situatie, kun je beter inschatten hoeveel spaargeld je écht nodig hebt en voorkom je verrassingen.

Stap 5. Kijk naar de (reële) rente op je spaargeld

Hoe hoger de rente is die je op je spaargeld ontvangt, hoe langer je kunt leven van je spaargeld. Deze rente is immers een extra vorm van inkomen, die je direct kan inzetten om diverse uitgaven mee te bekostigen.

Houd er daar wel rekening mee dat de reële rente op spaargeld de komende jaren negatief is. Dat betekent dat de inflatie hoger is dan de spaarrente die je op je spaargeld ontvangt.

Rekenvoorbeeld: Je zet € 10.000 op een spaarrekening. Je ontvangt daar 2,5% spaarrente per jaar, maar de inflatie is 3,5%. De reële rente is met -1% dus negatief. De € 10.000 is een jaar later nog maar zo’n € 9900 waard, ook al heb je 2,5% rente ontvangen.

Stap 6. Zorg voor diversificatie

Wie naast spaargeld ook belegt, kan mogelijk langer van zijn vermogen leven. Beleggen brengt risico’s met zich mee, maar het verwachte rendement ligt op de langere termijn doorgaans hoger dan de spaarrente.

Zorg voor een goede balans tussen zekerheid (spaargeld, obligaties) en groei (beleggingen in bijvoorbeeld aandelen of ETF’s)

Praktische voorbeelden en berekeningen

Voorbeeld 1: Leven van spaargeld tot pensioen

Je bent 60 jaar, hebt € 150.000 spaargeld en wil stoppen met werken tot je AOW-uitkering op je 67e ingaat. Je maandelijkse uitgaven zijn € 2000.

Je hebt zeven jaar te overbruggen: 7 x 12 = 84 maanden. 84 maanden x uitgaven van € 2000 per maand = € 168.000 nodig.

Als we uitgaan van 2% inflatie per jaar en 2% spaarrente per jaar, kunnen beide percentages bijna tegen elkaar opgeheven worden. Je komt dan dus € 18.000 tekort om nog zeven jaar van je spaargeld te leven. 

Als je je uitgaven iets verlaagt of (tijdelijk) extra inkomsten genereert, kan het in praktijk mogelijk zijn om rond te komen van spaargeld.

Voorbeeld 2: Sabbatical nemen van een erfenis

Je ontvangt een erfenis van € 150.000 en besluit een sabbatical van 3 jaar te nemen. Je uitgaven zijn € 3000 per maand. Je berekent eerst hoeveel je per jaar nodig hebt, rekening houdend met 3% inflatie per jaar:

  • Jaar 1: € 36.000

  • Jaar 2: € 36.000 × 1,03 = € 37.080

  • Jaar 3: € 37.080 × 1,03 = € 38.192

Totaal na 3 jaar: € 111.272 nodig.

Je ontvangt elk jaar 2% spaarrente over het bedrag dat nog op je rekening staat. Omdat je het spaargeld jaarlijks deels opneemt, is het saldo elk jaar lager. Bereken elk jaar het startkapitaal, houd rekening met de spaarrente, jaarlijkse opname en rente-op-rente. Hieronder zie je de berekeningen voor het eerste jaar:

  • Start: € 150.000

  • Na rente: € 153.000 (€ 150.000 × 2% = € 3000)

  • Opname: € 36.000

  • Eindstand jaar 1: € 153.000 - € 36.000 = € 117.000

Dit bereken je ook voor jaar twee en drie. Na drie jaar sabbatical met een startkapitaal van € 150.000, een spaarrente van 2% en uitgaven die meestijgen met 3% inflatie, houd je ongeveer € 45.713 over.

Tips om langer van je spaargeld te leven

  • Verlaag je vaste lasten: Kijk kritisch naar abonnementen, verzekeringen en energiekosten. Hoe meer je bespaart op je vaste lasten, hoe meer je opzij kunt zetten om te sparen en beleggen. En hoe lager je vaste lasten, hoe minder spaargeld je in totaal nodig hebt om van te kunnen leven.
  • Stel spaardoelen: Maak een helder plan voor je spaardoelen.

  • Stap over naar een spaarrekening met de hoogste rente: Hoe meer spaarrente je ontvangt, hoe sneller je een mooi bedrag bij elkaar spaart om van te kunnen leven. Zorg er dus voor dat je slim spaart op een spaarrekening met hoge rente. Via Raisin profiteer je nog steeds van hoge spaarrentes bij partnerbanken in Europa, zowel op vrij opneembare spaarrekeningen als op spaardeposito’s.

Sparen bij Raisin: tot wel 3,00% rente per jaar

Bij Raisin spaar je bij meer dan 50 partnerbanken in Europa tegen aantrekkelijke rentes tot wel 3,00% per jaar. Je spaargeld is, net als in Nederland, veilig tot € 100.000 per bank per rekeninghouder, door het nationale depositogarantiestelsel in het land waar je spaart. Een Raisin-account openen is helemaal gratis.

Na het openen van je account kun je onbeperkt spaarrekeningen en spaardeposito's openen en profiteren van hoge spaarrentes.

Leven van spaarrente: kan dat nog?

Met de huidige spaarrente die naar verwachting ook de komende jaren verder daalt, is het niet heel realistisch om enkel van spaarrente te leven, tenzij je miljoenen bezit. 

Als je wil leven van het rendement op beleggingen, wordt het scenario al wat realistischer, als je bijvoorbeeld uitgaat van een gemiddeld rendement van 7% per jaar. Met een vermogen van € 500.000 in beleggingen, zou dat neerkomen op een jaarlijks rendement van € 35.000 per jaar. Met uitgaven van een kleine € 3000 per maand, zou je dus van het rendement op beleggingen kunnen leven (geen rekening gehouden met inflatie)