Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is een belangrijke maatstaf voor de Nederlandse economie. Economische groei wordt uitgedrukt aan de hand van het BBP.
In 2024 was er in Nederland sprake van een economische groei van 1%. In 2025 wordt een groei verwacht van 1,1% tot 1,9%. De precieze raming verschilt per instituut.
De inflatie daalde in Nederland in 2024 naar 3,3%. Voor 2025 wordt een gemiddelde inflatie van 3,2% verwacht.
Door het strenge handelsbeleid van Trump, is de kans op een recessie in Nederland in 2025 steeds groter geworden.
De economische situatie van een land wordt beoordeeld op basis van verschillende economische factoren. Gezamenlijk geven deze factoren een goed beeld van de nationale economie. Factoren waar bijvoorbeeld naar wordt gekeken zijn:
Het Bruto Binnenlands Product (BBP) is één van de belangrijkste maatstaven voor de economische prestaties van een land. Het BBP is een weerspiegeling van de totale productie van goederen en diensten in een land en hiermee wordt de groei of krimp van een nationale economie uitgedrukt. Nederland staat vaak bekend om een relatief hoge BBP per hoofd van de bevolking, wat wijst op een hoge levensstandaard.
Onderstaande tabel en grafiek laten de economische groei in Nederland zien van 2014 t/m 2025 (verwachte groei):
Jaar | Economische groei t.o.v. jaar ervoor |
---|---|
2014 | 1,4% |
2015 | 2,0% |
2016 | 2,2% |
2017 | 2,9% |
2018 | 2,4% |
2019 | 2,0% |
2020 | -4,9% |
2021 | 6,2% |
2022 | 4,3% |
2023 | 0,1% |
2024 | 1,0% |
2025 (verwacht) | 1,1% - 1,9% |
Bron: CBS/CPB
Tussen 2014 en 2019 was er sprake van een stabiele, jaarlijkse groei rond de 2% tot 3%. In 2020 hadden we door de coronapandemie te maken met een forse economische krimp van bijna 4%. In 2021 groeide de Nederlandse economie met 6,2%, gevolgd door 4,3% in 2022 (bron: CBS). In 2023 hadden we het hele jaar te maken met een kleine, economische krimp door onder andere de oorlog in Oekraïne. Maar door een groei in het laatste kwartaal, kwam de economische groei in 2023 in Nederland toch nog in de plus.
In het eerste kwartaal van 2024 hadden we nog te maken met een negatieve economische groei van -0,6%, maar in het tweede kwartaal was er sprake van een economische groei van 0,8% ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023. Uiteindelijk kwam de economische groei in 2024 uit op 1,0%.
In 2025 groeit de Nederlandse economie naar verwachting met 1,1% tot 1,9%.
De werkloosheid in Nederland is historisch gezien relatief laag in vergelijking met andere Europese landen. In het eerste kwartaal van 2025 kwam het werkloosheidspercentage in Nederland uit op 3,8%. Het aantal werklozen van 16.000 hoger dan in het voorgaande kwartaal.
Vooral in sectoren zoals technologie, de zorg en techniek is er een tekort aan arbeidskrachten. De lage werkloosheid is in principe een positief teken, maar het tekort aan arbeidskrachten kan op de lange termijn uitdagingen opleveren voor economische groei.
In 2022 en 2023 beleefde Nederland, net als veel andere Europese landen, een periode van hoge inflatie, voornamelijk veroorzaakt door stijgende energie- en voedselprijzen als gevolg van de pandemie en de oorlog in Oekraïne.
De CPI, een Europese statistiek die de prijsontwikkeling van een selectie consumptiegoederen en diensten volgt, is in Nederland een belangrijke maatstaf om de inflatie te meten. De hoge inflatie in Nederland in 2022 en 2023 heeft geleid tot een verslechtering van de koopkracht, omdat de stijging van de prijzen sneller ging dan de stijging van de lonen.
In 2024 en 2025 stabiliseerden of daalden prijzen enigszins, maar veel huishoudens bleven voorzichtig met hun bestedingen, wat ook zichtbaar is in het consumentenvertrouwen.
Het consumentenvertrouwen is al jaren op rij negatief, hoewel het is hersteld ten opzichte van de diepe dalingen tijdens de pandemie en de energiecrisis. Dit heeft te maken met zorgen over inflatie, koopkracht en de mondiale economische situatie. Zo lijkt de kans op een aankomende recessie in 2025 steeds groter.
Het bedrijfsvertrouwen blijft relatief stabiel, vooral in sectoren zoals technologie, energie en logistiek, die profiteren van internationale handel en digitalisering.
Nederland is een open economie met een sterke focus op export. Nederland heeft een positieve handelsbalans, wat betekent dat het land meer exporteert dan importeert.
Vooral de export van technologie, landbouwproducten en industriële machines draagt bij aan het handelsoverschot. Dit is een teken van economische kracht en stabiliteit, omdat het laat zien dat Nederland concurrerend is op de wereldmarkt. De haven van Rotterdam, één van de grootste havens ter wereld, speelt hierin een cruciale rol.
Nu Trump ook voor Nederland en andere Europese landen hogere importheffingen wil opleggen, kan dit de export van Nederlandse producten naar de VS negatief beïnvloeden.
De overheidsfinanciën van Nederland worden als gezond beschouwd, hoewel de overheidsschuld als percentage van het BBP is gestegen door extra uitgaven tijdens de coronacrisis.
Voor 2025 is de Nederlandse overheidsschuld geraamd op 46,6% van het bbp. Hiermee ligt de Nederlandse overheidsschuld ruim onder de Europese grenswaarde van 60% bbp. De Nederlandse overheid houdt traditioneel vast aan een beleid van begrotingsdiscipline, wat vertrouwen geeft aan investeerders en ratingbureaus.
Ook de ontwikkeling van rentes, zoals bijvoorbeeld de hypotheekrente of spaarrente, zegt iets over de economische situatie waarin een land zich verkeert. De spaarrente wordt bijvoorbeeld beïnvloed door het rentebeleid van de Europese Centrale Bank. Na talloze verhogingen, verlaagde de ECB de depositorente in de afgelopen maanden al meerdere keren op rij nu de inflatie in heel Europa flink is afgezwakt.
En dat heeft invloed op de spaarrentes, die naar verwachting zullen dalen. Lagere rentetarieven leiden ook tot lagere leenkosten voor bedrijven en huishoudens, wat investeringen en consumptie stimuleert. En dat geeft weer een boost aan de Nederlandse en belangrijke factor in de gematigde economische groei die in 2025 wordt verwacht.
De Nederlandse economie bevindt zich momenteel in de neerwaartse fase van de conjunctuurgolf. De periode van snelle groei in 2021 en 2022, na de coronapandemie, heeft plaatsgemaakt voor een afzwakking van de groei, wat vaak wordt omschreven als een ‘afkoelende economie’.
Conjunctuurindicatoren zoals consumentenvertrouwen, bedrijfsinvesteringen en de werkloosheidsgraad geven aan dat de groei stagneert. Bovendien wordt de kans op een recessie in 2025 steeds groter, vanwege de hoge importtarieven die Trump heeft ingevoerd.
De Nederlandse economie is nauw verweven met die van Europa, met name de Eurozone. Ongeveer 70% van de Nederlandse export gaat naar Europese landen en Nederland was in 2023 na Duitsland en Frankrijk de grootste exporteur van de EU (bron: CBS).
In 2025 ziet de Europese economie er gemengd uit. Een land als Duitsland heeft te maken met stagnatie, terwijl zuidelijke lidstaten zoals Spanje en Portugal een sterker herstel laten zien.
De gemeenschappelijke Europese uitdagingen, zoals de energietransitie, de schaarste op de arbeidsmarkt en de inflatieproblematiek, hebben allemaal invloed op de Nederlandse economie.
In heel Europa is de inflatie in 2024 gedaald naar 3,3%. De verwachting is dat de inflatie in Europa in 2025 dichtbij het jaarlijkse doel van 2% uitkomt. 2,1% (bron: ECB). De verwachting is dat de inflatie in Nederland aanzienlijk hoger blijft dan het Europees gemiddelde.
Voor 2025 is de verwachting dat de Nederlandse economie langzaam zal herstellen naar een groei van ongeveer 1,5%, waarbij de inflatie stabiel blijft op 3,2%; net als in 2024. Voor 2025 wordt een geringe koopkrachtstijging verwacht, die overwegend varieert tussen de € 1 en € 65 per maand (bron: Nibud).
Kijkend naar de langere termijn, de periode van 2026 tot 2030, zijn de vooruitzichten voor de Nederlandse economie grotendeels afhankelijk van allerlei ontwikkelingen. Volgens experts zullen investeringen in digitalisering, infrastructuur en de energietransitie een cruciale rol spelen in het stimuleren van economische groei. Nederland heeft ambitieuze doelen gesteld op het gebied van duurzaamheid, zoals het verminderen van CO2-uitstoot en het versterken van de circulaire economie. Het behalen van deze doelen vereist forse publieke en private investeringen.
De verwachte groei ligt tussen de 1,5% en 2% per jaar, waarbij de inflatie naar verwachting zal normaliseren naar 2% per jaar naarmate de energieprijzen stabiliseren en de toeleveringsketens zich verder herstellen. Demografische veranderingen, zoals een vergrijzende bevolking, zullen druk zetten op de arbeidsmarkt en de overheidsuitgaven, met name op het gebied van zorg en pensioenen.